22
Alpha Pro laadregelaar – Gebruikers- en installatiehandleiding
6.3.4
Configuration
De configuratie kan worden uitgevoerd in MasterAdjust. Wanneer de Alpha Pro laadregelaar is aangesloten, opent
u MasterAdjust op een Windows-pc die is aangesloten op het MasterBus-netwerk via een Mastervolt USB-interface.
MasterAdjust-software is gratis te downloaden op de Mastervolt website: www.mastervolt.com.
Opmerking: Om de configuratie van de Alpha Pro laadregelaar te kunnen wijzigen, moet de configuratie worden
ontgrendeld. Dit doet u door te drukken op de knop 'Ontgrendel setup' in het tabblad 'Configuratie' in
MasterAdjust. Wanneer de configuratie is ontgrendeld, stopt de regelaar met regelen en knipperen
de led-lampjes afwisselend twee keer. Wanneer de configuratie is voltooid, drukt u op de knop
'Vergrendel setup' en de regelaar begint opnieuw te regelen.
Parameter
Betekenis
Apparaat
Taal
Taal weergegeven op een MasterBus-
bewakingsapparaat
Naam
Naam van dit apparaat. Deze naam wordt
herkend door alle op de MasterBus
aangesloten apparaten.
MasterBus power
Optie om de Alpha Pro MasterBus van
stroom te laten voorzien en het zichtbaar te
houden op MasterBus wanneer de motor is
uitgeschakeld
Ontgrendel setup
Knop om de configuratie te ontgrendelen
Systeem
Startvertraging
Vertraging in seconden om het
motortoerental te verhogen voordat de
dynamo begint met de motor te belasten
Systeemspanning
Nominale systeemspanning
Maximale output
Om overbelasting van een kleine dynamo te
voorkomen
Temp. sensor
Locatie van de Alpha Pro laadregelaar
temperatuursensor. Als 'Dynamo' is
geselecteerd, zijn de volgende 2 velden
ingeschakeld
1
Verminder vanaf
Om oververhitting van een kleine dynamo te
voorkomen, voert u de temperatuur in
waarbij de Alpha Pro het opladen moet
verminderen
1,
Stop laden vanaf
Om schade aan een kleine dynamo te
5
voorkomen, voert u de temperatuur in
waarbij de Alpha Pro moet stoppen met
laden
RPM (vereist installatierechten)
RPM inschakelen
Optie om de volgende velden in te
schakelen
3
Poolparen
Aantal poolparen dynamo
Poelieverhouding
Diameter motorpoelie in verhouding tot de
diameter van de dynamopoelie
Keep alive RPM
De veldstroom mag niet lager zijn dan dit
percentage van het maximum om de
toerenteller goed te laten werken. Zie ook
paragraaf 5.2
Dyn rpm event @
Aantal omwentelingen waarop een
gebeurtenis plaatsvindt
Fabrieksinstelling
Instelbaar bereik
Engels
Zie specificaties
Alpha Pro MB
0-12 tekens
Uit
Uit, Aan
10 sec
0-60
12V
12V, 24V
100%
30-100%
Accu
Accu, Dynamo
100°C
0-120
130°C
20-140
Niet aangevinkt
8
1-16, afhankelijk van
dynamo
0.000
0.000-4.000
0 %
0-15%
1000 rpm
200 - 10000 rpm