Inhoudsopgave
Advertenties
4.2.4
Aansluiting van een toerenteller (optioneel)
Als een toerenteller wordt gebruikt, moet deze worden aangesloten tussen de W-aansluiting van de dynamo en de
B-aansluiting van de dynamo (of de NEG-pool van de accu).
De witte draad van de kabelboom moet worden aangesloten op de Alpha Pro laadregelaar. Zie Afbeelding 10. De
Alpha Pro laadregelaar heeft dezelfde functie geïntegreerd in de MasterBus-functionaliteit, zodat het aantal
omwentelingen per minuut (RPM) ook kan worden weergegeven op een aangesloten MasterBus-display.
NB: Bij sommige dynamo's is de W-aansluiting gemarkeerd met een 'R' in plaats van een 'W'.
W
12V/24V VAN DASHBOARD
NEGATIEVE AANSLUITSTRIP
Afbeelding 10: Aansluiting van een toerenteller
4.2.5
Aansluiten van een D+ lamp (optioneel)
Om de correcte werking van de dynamo te controleren, wordt vaak een indicatielamp gebruikt. Dit lampje gaat uit
wanneer de dynamo laadt.
De D+ controle wordt ook gebruikt voor alarmindicaties:
• 3 korte flitsen om de 2 seconden: veldstroom te hoog
• 2 korte flitsen om de 2 seconden: accuspanning te hoog
• 1 flits om de 2 seconden: veldstroom te laag
(zie Alpha dynamo Installatiehandleiding voor meer gedetailleerde installatietekeningen)
Alpha Pro laadregelaar – Gebruikers- en installatiehandleiding
WIT
13
Advertenties
Inhoudsopgave
