5.2
Keep alive-functie (optioneel)
Deze functie kan een aangesloten toerenteller in werking houden als de veldstroom van de dynamo daalt. Dit werkt
alleen als de witte draad is aangesloten op het W- of R-punt van de dynamo. Dit kenmerk kan worden onderdrukt
door twee omstandigheden:
-
als de dynamo de temperatuur 'Stop laden vanaf' bereikt of
-
als de lader een 'Stop laden'-gebeurtenis ontvangt.
5.3
Vermogenscurve (optioneel)
Deze optie beperkt de laadstroom in een geselecteerd aantal toerentalintervallen. Dit
voorkomt slippen als gevolg van het hoge koppel dat nodig is om de laadstroom te
leveren. Tot aan de onderste toerentalgrens bedraagt de laadstroom maximaal 20%.
Vanaf de hogere toerentalbegrenzing is een maximale laadstroom van 100% mogelijk.
Omwentelingen tussen de grenzen resulteren in een evenredige maximale laadstroom.
Opmerking: Alle RPM's hier zijn dynamo-RPM's.
5.4
temperatuurconfiguratie (optioneel)
Er zijn twee opties in de temperatuurinstellingen van de Alpha Pro: 'Accu' en 'Dynamo'.
•
Door 'Accu' te selecteren, verwacht de Alpha Pro dat de accutemperatuursensor is aangesloten op de
temperatuuringang. De gemeten temperatuur wordt gebruikt om de uitgangsspanning van de dynamo te
compenseren. Bij het opladen van accu's die een temperatuurgecompenseerde lading nodig hebben (zoals
loodzuur), heeft deze temperatuursensor altijd de prioriteit om de accu's op een veilige en efficiënte manier
op te laden! De accutemperatuursensor (artikelnummer: 41500500) wordt meegeleverd met de Alpha Pro.
•
Door 'Dynamo' te selecteren, kunnen twee temperatuurniveaus worden
ingevoerd. Bij het eerste temperatuurniveau begint de dynamo zijn
uitgangsvermogen te verlagen. Bij het tweede temperatuurniveau stopt de
dynamo met laden. Reductie vindt plaats als een lineaire lijn tussen de twee
temperatuurniveaus.
41500400) is optioneel. Deze kan worden gebruikt om de behuizings-
temperatuur van dynamo's van andere merken te meten. Raadpleeg de
fabrikant van de dynamo om de juiste temperatuurwaarden te bespreken
om de lading te verminderen en te stoppen, rekening houdend met een ΔT
tussen de door de fabrikant opgegeven temperaturen en de plaats waar de
sensor zal worden geïnstalleerd.
Opmerking: De Alpha Pro heeft één temperatuuringang. Als beide temperaturen moeten worden gemeten, kan
een MasterShunt (artikelnummer: 77020100) aan het systeem worden toegevoegd. De ingang van
de MasterShunt-temperatuursensor kan worden gebruikt om de accu's te meten en deze gegevens
kunnen door de Alpha Pro worden gebruikt, zie paragraaf 6.3.1 en 6.3.4 en 6.3.8.
LET OP!
Houd er rekening mee dat deze oplossing de dynamo niet beschermt tegen schade door
oververhitting.
Mastervolt kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan een dynamo van derden!
De enige nauwkeurige meting is op de interne wikkelingen en dit kan op geen enkele manier door
deze sensor worden afgedekt. Daarom is deze meting slechts een indicatie!
Alpha Pro laadregelaar – Gebruikers- en installatiehandleiding
De
dynamotemperatuursensor
(artikelnummer:
17