11 Bediening
Basisbediening
Aanzetten van het apparaat
Schakel het apparaat aan via de drukknop [4].
Het apparaat begint met het uitvoeren van de zelftest.
Aan het einde van de zelftest klinkt een pieptoon en het apparaat komt in het Home-menu en is klaar
voor gebruik.
Indeling van het display
Het display is ingedeeld als een spreadsheet met 4 bladen, één voor elk kanaal. De kanalen verwijzen
naar de patiënt-connectorgroepen die aan de voorzijde van het apparaat toegankelijk zijn. Een blad
kan worden geselecteerd door op het tabblad ervan te drukken. Het tabblad bevat belangrijke
informatie, zoals de uitgangsamplitude en de resterende behandeltijd. Deze informatie is voortdurend
zichtbaar, ook wanneer het blad niet is geselecteerd.
[A] Naam van het apparaat..
[B] Navigatieniveau. Laat zien waar u zich bevindt
in de navigatie.
[C] Batterij indicator (alleen zichtbaar wanneer
wordt gewerkt op de batterij).
[D] Navigatiebalk. Bevat schermafhankelijke
knoppen voor verschillende functies. Zie
paragraaf navigatienbalk voor details.
[E] Koptekst van het scherm. Bevat de naam van
het scherm, zoals Handleiding of de naam van
het geselecteerde Klinische protocol.
[F] Parameters worden aangeduid met
pictogrammen. Wanneer een parameter is
geselecteerd, verschijnt hier de naam ervan.
[G] Scherm. Toont de parameters van een
geselecteerd kanaal of, wanneer er geen
kanaal is geselecteerd, de menuknoppen.
[H] Kanaal-tabblad. Wordt gebruikt om een kanaal
te selecteren en de uitgangsamplitude van dat
kanaal weer te geven en in te stellen. Zie
paragraaf kanaal-tabblad voor details.
Een geselecteerd blad biedt een overzicht van de parameters die bij dat kanaal behoren. Een
parameter kan worden geselecteerd door erop te drukken, waardoor de kleur ervan worden gewijzigd
naar zilver en de lichtring rond de centrale regelaar [7] wordt verlicht. De parameter kan nu worden
ingesteld met de centrale regelaar [7]. De parameter kan worden afgesloten door hier opnieuw op te
drukken of door op een andere parameter te drukken.
Om de uitgangsamplitude van een kanaal in te stellen, drukt u opnieuw op het tabblad van het
geselecteerde kanaal. De kleur daarvan verandert nu naar oranje. De uitgangsamplitude kan nu
worden aangepast met de centrale regelaar [7].
Voor sommige toepassingen, zoals interferentietherapie en combinatietherapie, kunnen twee naast
elkaar gelegen kanaal worden gekoppeld. Gekoppelde kanalen worden aangegeven door een
gecombineerd tabblad. De tabbladhelften tonen de uitgangsamplitude van elk kanaal, terwijl de
parameters op de rest van het blad gelden voor beide kanalen.
Wanneer u het apparaat aanzet komt u eerst in het Home-menu. In het Home-menu is geen van de
kanalen geselecteerd. Het Home-menu biedt gestructureerde toegang tot alle beschikbare
Pagina 23 van 74
F
1
IGUUR
NL109-1498750-47 IFU