8 Contra-indicaties
De 4-serie MAG NIET worden gebruikt voor de onderstaande symptomen of medische
aandoeningen.
Elektrotherapie
Pijnbestrijding
Dit apparaat dient niet te worden gebruikt voor symptomatische pijnverlichting tenzij de etiologie
•
is vastgesteld of tenzij een pijnsyndroom is gediagnostiseerd.
Dit apparaat dient niet te worden gebruikt bij patiënten met 'on-demand' pacemakers.
•
Dit apparaat dient niet te worden gebruikt boven carcinomateuze laesies.
•
Elektrodeplaatsing waarbij stroom aan het carotis-sinusgebied (hals) wordt toegediend, moet
•
worden vermeden.
Elektrodeplaatsing waarbij stroom transcerebraal (door het hoofd) wordt toegediend moet
•
worden vermeden.
Elektrodeplaatsing waarbij stroom transthoracaal wordt toegediend, moet worden vermeden
•
(elektrische stroom in het hart kan aritmie veroorzaken).
Spierstimulatie
Dit apparaat dient niet te worden gebruikt bij patiënten met 'on-demand' pacemakers.
•
Dit apparaat dient niet te worden gebruikt boven carcinomateuze laesies.
•
Elektrodeplaatsing waarbij stroom aan het carotis-sinusgebied (hals) wordt toegediend, moet
•
worden vermeden (*)
Elektrodeplaatsing waarbij stroom transcerebraal (door het hoofd) wordt toegediend, moet
•
worden vermeden.
Elektrodeplaatsing waarbij stroom transthoracaal wordt toegediend, moet worden vermeden
•
(elektrische stroom in het hart kan aritmie veroorzaken).
(*) Het applicatiegebied voor de behandeling van slikstoornissen is ver genoeg verwijderd van
het sinus-carotisgebied, indien de therapeut de aanwijzingen volgt zoals beschreven in het
therapieboek "Dysphagie" (door H.C.A. Bogaardt, M.Sc. PhD).
Ultrageluidtherapie
De erkende contra-indicaties voor warmtetherapie zelf.
•
In een gebied van het lichaam waarvan bekend is dat daar een kwaadaardig gezwel aanwezig is.
•
Boven of in de buurt van botgroeicentra totdat de botgroei voltooid is.
•
Boven het thoracale gebied als de patiënt een pacemaker heeft.
•
Boven een genezende fractuur.*
•
Boven ischemische weefsels bij personen met vaatziekte waarbij de bloedtoevoer de
•
toegenomen stofwisselingsbehoefte niet zou kunnen volgen en weefselnecrose zou kunnen
ontstaan.
Bij aanwezigheid van metalen implantaten (alle types).*
•
Patiënten met gevoelsverlies in het te behandelen gebied.
•
De eierstokken of naar de zich ontwikkelende foetus.
•
De testikels.
•
Het hart.
•
De hersenen.
•
De ogen.
•
Ultrageluid dient niet te worden gebruikt bij bewusteloze patiënten.
•
* = geldt niet voor LIPUS (Low Intensity Pulsed Ultrasound)
Pagina 17 van 74
NL109-1498750-47 IFU