Inhoudsopgave
Advertenties
Systeem instellen
Systeem instellen
De afkortingen tussen haakjes achter de titels verwijzen naar de verschillende ISDN-
services. U kunt een aantal functies pas gebruiken nadat de netwerkprovider deze
beschikbaar heeft gesteld (evtentueel tegen een extra vergoeding).
Namen voor interne deelnemers wijzigen
Standaard zijn volgens de nummering aan alle interne nummers de namen Intern 11 ,
Intern 12 enzovoort toegekend. U kunt deze namen naar wens aanpassen.
i
s
Basis instellen
s
Instellingen
~
OK
s
Deeln. defin.
s
Tst. instellen
s
Intern 11
Naam
~
Invoer opslaan
Omdat de namen in het basisstation zijn opgeslagen, kan een toestel een
andere naam krijgen als dit bij een ander basisstation wordt aangemeld.
i
Hierdoor kunt u herkennen met welk basisstation het toestel in
verbinding staat.
ISDN-nummers (MSN) instellen/wissen
Met ISDN beschikt u over twee afzonderlijke telefoonlijnen (B-kanalen) die u
tegelijkertijd kunt gebruiken. Op uw basistoestel kunt u maximaal tien eigen
telefoonnummers (MSN-nummers) instellen.
ISDN-nummers (MSN) instellen en namen wijzigen
Als u met de configuratieassistent (pagina 16) nog niet alle telefoonnummers heeft
opgeslagen, kunt u dat nu alsnog doen. Alle achteraf opgeslagen telefoonnummers
worden automatisch aan alle aangemelde toestellen toegewezen.
98
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen.
OK
Indien nodig PIN-code invoeren (pagina 95).
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen.
OK
W
Interne nummer selecteren en submenu openen,
bijvoorbeeld Intern 11 .
Bevestigen.
OK
W
Namen wijzigen en submenu openen.
Bevestigen. De naam wordt nu in de interne lijst
OK
weergegeven, ook bij interne oproepen vanaf dit
interne nummer.
Advertenties
Inhoudsopgave
