Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voor Het Gebruik; Het Controleren Van Het Carteroliepeil; Belangrijk; Het Bijvullen Van De Brandstoftank - Toro SAND PRO 5020 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Vóór het gebruik
LET OP
Stop de motor, trek de kabels van de bougies los en
verwijder de sleutel uit het contact voordat u
onderhoudswerkzaamheden gaat verrichten of de
machine gaat afstellen.
HET CONTROLEREN VAN HET
CARTEROLIEPEIL (Afb. 1)
De motor wordt geleverd met 1.7 l olie in het carter
(inclusief filter); controleer echter het peil voor- en
nadat u de motor voor het eerst start.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Klap de stoel omhoog.
3.
Verwijder de peilstok en reinig deze met een
schone doek. Steek de peilstok naar beneden in
de peilopening en zorg ervoor dat deze zover
mogelijk naar beneden gedrukt is. Trek de
peilstok er weer uit en bekijk het oliepeil. Indien
het oliepeil te laag staat verwijdert u de vuldop
van de afdekkap van de klep (naast de peilstok)
en vult u genoeg olie bij om het peil tot de
FULL [VOL-] markering op de peilstok te
brengen.
Afbeelding 1
1.
Peilstok
4.
De motor gebruikt willekeurige smeerolie van
goede kwaliteit met het de American Petroleum
Institute—API—"service classificatie" SE, SF of
SG. De aanbevolen viscositeit (gewicht) is SAE
30.
5.
Druk de peilstok weer goed op zijn plaats terug.
BELANGRIJK: De peilstok moet volledig
aangedrukt in de buis zitten om het carter van de
motor correct af te sluiten. Als de motor niet
correct afgesloten wordt, kan dit de machine
beschadigen.
BELANGRIJK: Controleer het oliepeil na iedere 8
bedrijfsuren of dagelijks. Ververs aanvankelijk de
olie na de allereerste 8 bedrijfsuren; daarna onder
normale omstandigheden, ververst u de olie om de
50 uur en het filter na iedere 100 uur. De olie moet
echter vaker worden ververst indien de machine
gebruikt wordt in uiterst stoffige of smerige
situaties.
HET BIJVULLEN VAN DE
BRANDSTOFTANK
GEVAAR
Omdat benzine brandbaar is, moet u daar
voorzichtig mee omgaan. Vul de brandstoftank niet
bij wanneer de motor draait of heet is, of als de
machine in een afgesloten ruimte staat. De
brandstofdampen kunnen zich ophopen en door een
vonk of een vlam op grote afstand tot ontsteking
worden gebracht.
ROOK NIET als u de tank bijvult, dit om explosie-
gevaar te voorkomen. Vul brandstoftank altijd in de
open lucht bij en verwijder eventueel gemorste
brandstof voordat de motor gestart wordt. Gebruik
een trechter of een tuit om morsen van benzine te
voorkomen, en vul de tank niet verder dan tot 2
cm (1 inch) van de bovenkant van de tank
(onderkant vulnek). VUL NIET TEVEEL
BRANDSTOF BIJ.
Bewaar benzine in een schone, veilige,
goedgekeurde tank en houd de dop op de tank.
Bewaar brandstof op een koele, goed geventileerde
ruimte; nooit in een gesloten ruimte zoals in een
hete loods. Om te voorkomen dat de brandstof
vervliegt moet u niet meer benzinevoorraad dan
voor 30 dagen aanleggen. Benzine is een brandstof
voor verbrandingsmotoren; gebruik deze daarom
voor geen enkel ander doeleinde. Omdat kinderen
de geur van brandstof aangenaam vinden, moet
deze uit het bereik van kinderen gehouden worden
omdat de dampen brandbaar en schadelijk voor de
gezondheid zijn.
1
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

08886

Inhoudsopgave