INSTALLATIE
2
2.9 Installatie
2.9.1 Algemene aanwijzingen voor de installatie
VOORZICHTIG!
De installatie, assemblage, het opstarten en het onderhoud mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door naar behoren getraind personeel. De regionale richtlijnen inzake de gezondheid
en de veiligheid op het werk moeten altijd worden nageleefd.
De volgende procedures moeten worden uitgevoerd voordat het toestel wordt
geïnstalleerd:
• Verzeker dat de afdichtingen dezelfde diameter hebben als de pijpleidingen.
• Let op de juiste flowrichting voor het toestel. Deze wordt aangegeven door een pijl op de nek
van de flowsensor.
• Op meetpunten met variërende thermische belastingen moeten de toestellen worden
bevestigd met expansiebouten (DIN 2510).
• Expansiebouten of bouten en moeren zijn niet meegeleverd met het toestel.
• Ga na of de meetflens concentrisch is gemonteerd.
• Let op de exacte installatielengte van het meettoestel wanneer u het meetpunt voorbereidt.
Figuur 2-11: Voorbereiding van het meetpunt
1 Installatielengte van het meettoestel + dikte van de afdichtingen.
VOORZICHTIG!
De binnendiameter van de pijpleidingen, de flowsensor en de afdichtingen moeten
overeenstemmen. De afdichtingen mogen niet uitsteken in de flow.
Figuur 2-12: Inwendige diameter
1 Inwendige diameter van de verbindingspijp
2 Inwendige diameter van flens en afdichting
3 Inwendige diameter van de flowsensor
14
www.krohne.com
OPTISWIRL 4200
08/2018 - 4004757205 - QS OPTISWIRL 4200 R05 nl