EXPANSION (Uitbreiding)
De zoommodus instellen.
FULL (Volledig): het beeld wordt uitgebreid naar volledig scherm, ongeacht de resolutie.
ASPECT (Beeldverhouding): het beeld wordt uitgebreid zonder dat de verhouding wordt gewijzigd.
OFF (Uit): het beeld wordt niet uitgebreid.
OPMERKING: FULL (Volledig) werkt alleen als MULTI PICTURE (Meervoudig beeld) is ingesteld op OFF (Uit).
RESPONSE IMPROVE (Responsverbetering)
Hiermee wordt de functie RESPONSE IMPROVE (Responsverbetering in- of uitgeschakeld. Responsverbetering kan
het wazig worden van bepaalde bewegende beelden verminderen.
UNIFORMITY (Uniformiteit)
Deze functie compenseert elektronisch voor de geringe variaties in het uniformiteitsniveau van het wit, zowel als voor
kleurdifferentiaties die kunnen voorkomen in het weergavegebied van het scherm. Deze variaties zijn karakteristiek
voor LCD-schermtechnologie. Deze functie verbetert de kleuren en egaliseert de uniformiteit van de luminantie van de
monitor.
OPMERKING: Met de functie UNIFORMITY (Uniformiteit) reduceert u de algehele piekluminantie van het scherm.
Als u liever meer luminantie ziet in plaats van uniforme prestaties van de monitor, dient u
UNIFORMITY (Uniformiteit) uit te schakelen. "ON" (Aan) levert een beter effect op maar gaat ten koste
van CONTRAST RATIO (Contrastverhouding).
SHARPNESS (Scherpte)
Met deze functie kunt u op digitale wijze ervoor zorgen dat u bij elke signaaltiming een duidelijk beeld hebt.
Deze functie is voortdurend aanpasbaar voor een duidelijk of zachter beeld, afhankelijk van uw voorkeur, en wordt
onafhankelijk ingesteld voor verschillende signaaltimings.
UHD UPSCALING (UHD-upscaling)
Bij "ON" (Aan) wordt een HD-effect gerealiseerd.
Kleur
PICTURE MODE (Beeldmodus)
Kies de beeldmodus die het meest geschikt is voor het type inhoud dat wordt weergegeven. U kunt maximaal 5 typen
kiezen. Zie "De functie PICTURE MODE (Beeldmodus) gebruiken" (pagina 19) voor meer informatie.
WHITE (Witbalans)
Pas de temperatuur van wit aan door NATIVE (Systeemeigen) te selecteren of de waarde van deze instelling
te verhogen of te verlagen. Een lagere kleurentemperatuur maakt het scherm enigszins rood en een hogere
kleurentemperatuur maakt het scherm enigszins blauw. NATIVE (Systeemeigen) is de standaard kleurentemperatuur
van het LCD-scherm. 6500K wordt aanbevolen voor algemeen grafi sch ontwerp en 5000K wordt aanbevolen voor
afdrukovereenstemming.
OPMERKING: De waarde wordt automatisch ingesteld op NATIVE (Systeemeigen) als het niveau voor WHITE
(Witbalans) onder 3000K wordt ingesteld.
ADJUST (Aanpassen)
WHITE (Witbalans): Als TEMPERATURE (Temperatuur) verdere aanpassing vereist, kunnen de individuele R/G/B-
niveaus van het witpunt worden aangepast. U kunt de R/G/B-niveaus alleen aanpassen als CUSTOM (Aangepast)
wordt weergegeven als selectie bij TEMPERATURE (Temperatuur).
HUE (Tint): Hiermee past u de tint van elke kleur*
kleurbalken in het menu geven de hoeveelheid van de aanpassing weer.
OFFSET: Hiermee past u de helderheid van elke kleur*
de kleur te vergroten.
SATURATION (Verzadiging): Hiermee past u de kleurdiepte van elke kleur*
de levendigheid van de kleur te vergroten.
*1: RED (Rood), YELLOW (Geel), GREEN (Groen), CYAN (Cyaan), BLUE (Blauw) en MAGENTA.
Hulpmiddelen
VOLUME
Hiermee wordt het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon bepaald.
Om het geluid van de luidspreker te dempen, drukt u op de knop "RESET".
1
aan. De verandering in kleur wordt weergeven op het scherm en de
1
aan. Raak de knop "RIGHT" (Rechts) om de helderheid van
Nederlands-14
1
aan. Raak de knop "RIGHT" (Rechts) om