Inhoudsopgave
Advertenties
Ontluchtingsaansluiting
SFA, SFB
Stuurluchtaansluiting
SFI
Stuurluchtaansluiting
SFA, SFB, SFI
Afbeelding 4:
Pneumatischeaansluitingen
Nominale doorlaat
15
20
25
32
40
50
65
Tab.5: Aandraaimomentenventielhuis/nippel
7.5
Aansturing monteren
Zie voor een beschrijving hoofdstuk Montage in de bedie-
ningshandleiding van de desbetreffende aansturing.
26
2
1
Aandraaimoment [Nm]
45 ± 3
50 ± 3
60 ± 3
65 ± 3
70 ± 3
100 ±3
nederlands
Type 2100
Montage
7.6
Aandrijving draaien
De positie van de aansluitingen kan door verdraaien van de aan-
drijving 360° traploos worden uitgelijnd.
LET OP!
Beschadiging van de afdichting van de zitting, resp. de
contour van de zitting.
▶ Ventiel moet bij het draaien van de aandrijving geopend zijn.
→ Ventielhuis spannen in een bevestigingsinrichting
(geldt alleen voor nog niet ingebouwde ventielen).
→ Bij stuurfunctie A de stuurluchtaansluiting 1 onder druk van
perslucht (5 bar) zetten: Ventiel gaat open.
→ Op het sleutelvlak van de nippel met passende steeksleutel
tegenhouden.
→ Passende steeksleutel op de zeskant van de aandrijving zetten.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel door ontsnappend medium en
drukontlading.
Bij verkeerde draairichting kan de verbinding van het huis losgaan.
▶ De aandrijving alleen in voorgeschreven richting draaien
(zie "Afbeelding 5").
→ Door naar links te draaien (van onderen gezien) de aandrijving
in de gewenste positie zetten.
Advertenties
Inhoudsopgave
