Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Omron ZFX Installatiehandleiding
Omron ZFX Installatiehandleiding

Omron ZFX Installatiehandleiding

Met geïntegreerd touchscreen
Inhoudsopgave

Advertenties

Cat. No. Z01E-NL-01
ZFX
Vision-sensor met geïntegreerd touchscreen
INSTALLATIEHANDLEIDING

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Omron ZFX

  • Pagina 1 Cat. No. Z01E-NL-01 Vision-sensor met geïntegreerd touchscreen INSTALLATIEHANDLEIDING...
  • Pagina 2 Vision-sensor met geïntegreerd touchscreen Korte handleiding Versie 1.0, januari 2008...
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    De C-montagecamera's installeren ..........De externe verlichting installeren (alleen bij ZFX-SC50/SC90)..... .
  • Pagina 5 HOOFDSTUK 5 Bijlagen ......... . Hoe werkt de instelling AUTO .
  • Pagina 6: Hoofdstuk 1

    HOOFDSTUK 1 Voorbereiding Systeemoverzicht De ZFX-C wordt in feite geconfigureerd door de controller en de camera. Afhankelijk van de specifieke eisen van de gebruiker kunnen andere externe apparaten worden gecombineerd met de ZFX-C. Camera met verlichting LCD-monitor (optie) Controller FZ-M08 (*2)
  • Pagina 7: De Apparaten Aansluiten

    1-2 De apparaten aansluiten Voorbereiding De apparaten aansluiten 1-2-1 De controller aansluiten op de voedingseenheid Gebruik een voedingseenheid die voldoet aan de onderstaande technische kenmerken. Item Kenmerk Aansluitspanning 24 VDC (21,6 tot 26,4 VDC) Uitgangsstroom 1,5 A min. Aanbevolen voedingseenheid S8VS-06024 (24 VDC, 2,5 A) Aanbevolen bedradingsdiameter 0,14 tot 1,5 mm²...
  • Pagina 8: De Camera Aansluiten Op De Controller

    1-2 De apparaten aansluiten Voorbereiding 1-2-3 De camera aansluiten op de controller 1. Steek de stekker van de camera in de camera-aansluiting van de controller. 2. Draai de bevestigingsschroeven op de camerastekker aan de zijde van de con- troller aan. Aanhaalmoment: 0,15 Nm.
  • Pagina 9: De Controller Installeren

    Belangrijk Monteer de controller niet op een paneel met hoogspanningsapparaten om te voorkomen dat de ZFX-C wordt beïnvloed door stralingsruis. Belangrijk Monteer de controller op ten minste 10 meter afstand van netspanningskabels om ruis in de bedrijfsomgeving te minimaliseren.
  • Pagina 10: Belangrijk

    Bevestig de uitlaateenheid (meegeleverd) aan de controller wanneer u andere apparaten naast de controller op de DIN-rail wilt monteren. Eindplaat (los verkrijgbaar) PFP-M OMRON OUTPUT RUN ERROR ENABLE Uitlaateenheid ZFX-C10 CARD MENU AUTO PULL OPEN DIN-rail (los verkrijgbaar) PFP-100N (1 m) PFP-50N (0,5 m)
  • Pagina 11: De Intelligente Camera's Installeren

    1-4 De intelligente camera's installeren Voorbereiding De intelligente camera's installeren 1-4-1 Optisch schema ZFX-SC10/SR10 Detectieafstand L (mm) Detectieafstand (L) Detectiegebied H (mm) Detectiegebied (H) ZFX-SR50 ZFX-SC50/SC50W Detectieafstand L (mm) Detectieafstand L (mm) Detectiegebied H (mm) Detectiegebied H (mm) ZFX-SC90/SC90W ZFX-SC150/SC150W...
  • Pagina 12: Het Montagestuk Monteren

    Oefen geen overmatige druk uit om de regelaar in de uiterste positie door te draaien. Dit kan de regelaar beschadigen. (Bij de ZFX-SC90_/SC150_ stopt de regelaar alleen in de positie voor de kleinste brandpuntsafstand. Bij de grootste brandpuntsafstand draait de regelaar vrij door.)
  • Pagina 13: De C-Montagecamera's Installeren

    1-5 De C-montagecamera's installeren Voorbereiding De C-montagecamera's installeren 1-5-1 Optisch schema De waarden in de onderstaande schema's zijn indicatief. De camerapositie moet na montage worden bijgesteld. Lensuitvoering 3Z4S-LE ML-5018 10000 ML-3519 ML-2514 ML-1614 ML-1214 1000 ML-0813 ML-0614 t: Verlengstuk Voorbeeld t0: geen verlengstuk vereist.
  • Pagina 14: De Montagevoet Van De Camera Monteren

    1-5 De C-montagecamera's installeren Voorbereiding geeft aan dat geen verlengstuk vereist is. De waarde t5.0 geeft aan dat er een verlengstuk van 5 mm is gebruikt. Voorbeeld Wanneer een 3Z4S-LE ML-5018 CCTV-lens wordt gebruikt en een detectie- bereik van 40 mm vereist is, moet een camera-afstand van 500 mm worden aangehouden en een verlengstuk van 5 mm worden gebruikt.
  • Pagina 15: De Externe Verlichting Installeren (Alleen Bij Zfx-Sc50/Sc90)

    1-6 De externe verlichting installeren (alleen bij ZFX-SC50/SC90) Voorbereiding De externe verlichting installeren (alleen bij ZFX-SC50/SC90) 1-6-1 De optionele verlichting op de camera aansluiten De optionele verlichting kan in een enkele beweging op de aansluiting aan de achterzijde van de camera (ZFX-SC50_/SC90_) worden aangesloten. Omdat de voeding van de camera afkomstig is, hoeft geen aparte voedingseenheid te worden geïnstalleerd voor de optionele verlichting.
  • Pagina 16: De Externe Verlichting Installeren (Alleen Bij C-Montagecamera; Zfx-S/Sc)

    1-7 De externe verlichting installeren (alleen bij C-montagecamera; ZFX-S/SC) Voorbereiding De externe verlichting installeren (alleen bij C-montagecamera; ZFX-S/SC) 1-7-1 De optionele verlichting op de camera aansluiten De optionele verlichting kan worden aangesloten op de stroboscoopcontroller. De stroboscoopcontroller kan op de camera (ZFX-S/SC) worden aangesloten.
  • Pagina 17: De Externe Verlichting Installeren (Alleen Bij C-Montagecamera; Zfx-S/Sc) Voorbereiding

    1-7 De externe verlichting installeren (alleen bij C-montagecamera; ZFX-S/SC) Voorbereiding...
  • Pagina 18: Hoofdstuk 2

    HOOFDSTUK 2 Werking Bedrijfsmodus De ZFX-C heeft de volgende drie bedrijfsmodi. Selecteer de gewenste MENU MENU modus voordat u de controller in bedrijf stelt. U kunt de bedrijfsmodus selecte- Mode- schakelaar ren met de Mode-schakelaar. Modus Beschrijving MENU-modus In deze modus kunt u de Hoofdscherm meetinstellingen definiëren.
  • Pagina 19: De Helderheid Van Het Beeld Instellen

    2-2 De helderheid van het beeld instellen Werking De helderheid van het beeld instellen 2-2-1 Lichtsterkte (alleen intelligente camera's) MENU-modus - [Setup] - [Cameras] - [Light Control] Light Control Zo worden blokken weergegeven Bovenzijde (voorzien van modelnummer) Van deze zijde bekijken Auto Apply Cancel...
  • Pagina 20: Instelling Versterkingsfactor

    2-2 De helderheid van het beeld instellen Werking 2-2-2 Sluitertijd Stel de sluitertijd in op basis van de bewegingssnelheid van het meetobject en de aanwezige verlichting. MENU-modus - [Setup] - [Cameras] - [Shutter Speed] Instelwaarde Beschrijving 1/170 tot 1/20000 s Hiermee kunt u de sluitertijd instellen op de gewenste waarde.
  • Pagina 21: Voorbeeld Meetinstellingen (Patroon Zoeken)

    2-3 Voorbeeld meetinstellingen (patroon zoeken) Werking Voorbeeld meetinstellingen (patroon zoeken) Selecteer de functie [Pattern Search] MENU MENU 1. Zet de schakelaar op de modus MENU Mode- schakelaar 2. Selecteer het pictogram [Setup] Top menu LIVE System Tool Bank Save Setup 3.
  • Pagina 22 2-3 Voorbeeld meetinstellingen (patroon zoeken) Werking 6. Selecteer het modelgebied Move [130,140] • Verplaats eerst het gebied • Selecteer vervolgens de optie [Size] om de grootte in te stellen • Selecteer tenslotte [Apply] om de instellingen toe te passen Size Apply Cancel De parameters automatisch instellen...
  • Pagina 23: Positiecorrectie

    2-4 Positiecorrectie Werking Positiecorrectie Gebruik deze functie wanneer de positie of richting van het meetobject niet vast ligt. Als u deze functie gebruikt, wordt de afwijking van de referentieposi- tie berekend en wordt de positie van het meetgebied aangepast voordat de meeting wordt uitgevoerd.
  • Pagina 24 2-4 Positiecorrectie Werking Randpositie De positie wordt gedetecteerd en gecorrigeerd op basis van dichtheidsverschillen. Dichtheidsverschil De instelmethode is gelijk aan die van de meetfunctie Positie Meetobject is Label niet gekanteld Het beeld wordt gebinariseerd om de positie van de groep te meten kleurvlakken (het label) te bepalen Beeld kan worden en de positie te corrigeren.
  • Pagina 25: Een Helder Beeld Krijgen

    2-5 Een helder beeld krijgen Werking Een helder beeld krijgen 2-5-1 Kleurfilter Wat is het kleurfilter? Met deze functie kunt u het contrast van beelden verhogen. Gewoonlijk kunt u de functie AUTO het beste kleurfilter laten selecteren. Als dat nodig is, kunt u handmatig het beste filter in een standaard of aangepaste kleur instellen.
  • Pagina 26 2-5 Een helder beeld krijgen Werking AUTO Het kleurfilter wordt automatisch inge- steld. Hiervoor wordt het kleurfilter AUTO AUTO geselecteerd dat het beste contrast AUTO-toets geeft tussen de twee kleuren met het grootste oppervlak in het gebied (*1). (*1) Modelgebied: (patroon zoeken / gevoelig zoeken / grafisch zoeken / flexibel zoeken / groeperen);...
  • Pagina 27: Kleurregistratie

    2-5 Een helder beeld krijgen Werking 2-5-2 Kleurregistratie Wat is kleurregistratie? Deze functie is nodig voor het binariseren van beelden (digitaliseren). Nadat de kleurregistratie is uitgevoerd, wordt het beeld van de camera naar een binair beeld geconverteerd. Er kunnen maximaal 4 meetkleuren worden opgegeven per meetfunctie. Deze functie kan alleen worden ingesteld wanneer er een kleurencamera op de controller is aangesloten.
  • Pagina 28: Automatische Kleurregistratie

    2-5 Een helder beeld krijgen Werking Automatische kleurregistratie MENU mode - [Setup] icon - [Item] icon - [Img Adj] icon - [Select Camera] menu (enkel C20/25) - [Color Filter] menu - [Region] menu Teken het gebied en selecteer [Apply] Belangrijk Dit gebied is niet het meetgebied.
  • Pagina 29 2-5 Een helder beeld krijgen Werking Kleuren bijstellen 6. Selecteer [Hue/Saturation/Value] Als de gewenste kleur niet wordt geregistreerd met de functie [AUTO], kunt u de drie parameters kleurtoon, verzadiging en helderheid bijstellen. Het originele beeld wordt naast het gefilterde beeld weergegeven zodat u de geregistreerde kleur kunt bijstellen.
  • Pagina 30: Voorbewerken

    2-5 Een helder beeld krijgen Werking 2-5-3 Voorbewerken Wat is voorbewerken? Met deze functie kunt u het beeld van de camera omzetten in een beeld dat eenvoudiger te meten is. Belangrijk U kunt verschillende voorbewerkingen instellen voor elke positiecorrectie en meetfunctie.
  • Pagina 31: Achtergrondonderdrukking (Bgs-Niveau)

    2-5 Een helder beeld krijgen Werking 2-5-4 Achtergrondonderdrukking (BGS-niveau) Wat is achtergrondonderdrukking? Met deze functie kunt u ongewenste achtergrond uit het beeld verwijderen. U kunt een boven- en ondergrens instellen. De dichtheid die binnen deze twee grenzen valt, wordt geconverteerd in tinten tussen 0 en 255. Belangrijk U kunt verschillende voorbewerkingen instellen voor elke positiecorrectie en meetfunctie.
  • Pagina 32: De Scherminformatie Wijzigen (Adj-/Run-Modus)

    Alleen ADJ-modus meetresultaten worden weer- Statistische gegevens gegeven. Statistical data/Data0 Alleen ZFX-C20/25 Maximum Count Minimum NG Count Average NG Rate Deviation Alarm Cou Capture Log SW...
  • Pagina 33: Een Opgeslagen Beeld Opnieuw Meten (Adj-Modus)

    2-7 Een opgeslagen beeld opnieuw meten (ADJ-modus) Werking In de weergaven Individual results en Position correction kunt u beelden ver- bergen of de grootte van het beeld instellen dat bij de meetgegevens op het ↑ ↓ scherm wordt weergegeven. Telkens wanneer u op de knop omhoog / omlaag drukt, wordt de schermindeling als volgt gewisseld: Volledig scherm...
  • Pagina 34: Continuous Measurement- En Stop-Opdracht

    HOOFDSTUK 3 Meetproces in RUN-modus Er zijn twee meetmodi beschikbaar. In de meetmodus TRIG is TRIG de eerste gebeurtenis en wordt er een meting uitgevoerd. In de continue meetmodus is de opdracht Continuous Measurement de eerste gebeurtenis en worden er herhaald metingen uitgevoerd totdat de Stop-opdracht wordt gegeven.
  • Pagina 35: Meetresultaten

    Meetproces in RUN-modus Meetresultaten Er zijn drie typen meetresultaten. • Totale evaluatie • Individuele evaluatie (u kunt tot 32 evaluaties instellen) • Individuele waarden (u kunt tot 32 waarden instellen) [Individual Judgement] instellen MENU-modus - [Setup] - [Add func] - [Calculation] - [Judge] U kunt maximaal 32 individuele evaluaties instellen (0 - 31).
  • Pagina 36: Totale Evaluatie

    Meetproces in RUN-modus Totale evaluatie OR uitvoer algemene evaluatie (Overall Judgement Output) 1. Parallel OR-signaal Het OR-signaal (ON/OFF) geeft de algemene evaluatie aan (OK of NG). Instellingen voor [Overall Judgement] Individuele resultaten gebruiken MENU-modus - [Setup] - [Add func] - [OR setting] U kunt instellen welke functieresultaten worden gebruikt bij de algemene evaluatie die wordt uitgevoerd als het OR-signaal van de parallelle interface.
  • Pagina 37: Individuele Evaluatie

    Meetproces in RUN-modus Individuele evaluatie Uitvoer Individuele evaluatie 1. Parallelle signalen DO 0 tot 31 DO[0:15]-signalen (ON/OFF) geven de individuele evaluaties aan (OK of NG). Evaluatieresultaat voor uitdrukking 0 - 15 DO15 DO14 DO13 DO12 DO11 DO10 DO9 DO8 DO7 DO6 DO5 DO4 DO3 DO2 DO1 DO0 1e keer Uitdrukking 15 Uitdrukking 0...
  • Pagina 38 Meetproces in RUN-modus Individuele waarden Uitvoer Individuele waarden 1. Parallelle signalen DO 0 tot 31 Er worden alleen hele getallen uitgevoerd (De gegevens worden afgerond op het dichtstbijzijnde hele getal). De gegevens worden in 2' s complement met 16 bit per waarde uitgevoerd. Wanneer twee of meer waarden zijn ge- definieerd, worden de 16-bits waarden sequentieel uitgevoerd.
  • Pagina 39 Meetproces in RUN-modus Instellingen voor [Individual Data] (Serieel/SD-kaart) [ASCII-indeling] MENU-modus - [System] - [Output] - [Date format (Serial)/(SD Card)] Optie Beschrijving Uitgangsvorm Hiermee stelt u de ASCII-indeling in. Aantal digits Hiermee kunt u het aantal uitgevoerde cijfers van het hele getal geheel getal instellen.
  • Pagina 40 Meetproces in RUN-modus Instellingen voor [Individual Data] (Serieel/SD-kaart) [Binaire indeling] MENU-modus - [System] - [Output] - [Date format (Serial)/(SD Card)] Optie Beschrijving Uitgangsvorm Hiermee stelt u de binaire indeling in. Tijdsaanduiding Hiermee kunt u de gegevensuitvoer vooraf laten gaan door een tijdsaanduiding.
  • Pagina 41 Meetproces in RUN-modus Timingschema parallelle interface Vb.) Meetmodus: TRIG, Handshaking: OFF TRIG ENABLE Totale evaluatie Evaluatie Evaluatie Waarde 1 Waarde 0 Waarde 31 Waarde 0 0 tot 15 16 tot 31 GATE Ingeschakeld (ON) gedurende ten minste 0,5 ms. Triggerinvoertijd Dit is de tijd voor [beeldinvoer + meettijd].
  • Pagina 42: Hoofdstuk 4

    HOOFDSTUK 4 Functieoverzicht Functieoverzicht (patroon zoeken) Vooraf wordt een beeldpatroon geregistreerd als model. De delen die het meest overeenkomen met een geregistreerd model worden opgezocht. De overeenkomst, de positie en de hoek van de meest overeenkomende delen kunnen worden uitgevoerd. Instelling Meting Er wordt gezocht naar delen die overeenkomen met het model.
  • Pagina 43 4-1 Functieoverzicht (patroon zoeken) Functieoverzicht Interpolatie ON/OFF (standaard) De hoek wordt tot op drie decimalen nauwkeurig berekend als een numerieke waarde op grond van verschillende hoekintervallen. De verwerkingstijd neemt hierdoor echter wel toe. Deze functie kan alleen worden ingesteld wanneer de zoekmodus Normal of Precision is geselecteerd.
  • Pagina 44: Functieoverzicht (Gevoelig Zoeken)

    4-2 Functieoverzicht (gevoelig zoeken) Functieoverzicht Functieoverzicht (gevoelig zoeken) De functie Gevoelig zoeken is handig om minimale afwijkingen te detecteren die lastig met patroon zoeken kunnen worden herkend. De mate van overeen- komst wordt gedetailleerd gecontroleerd door geregistreerde modellen auto- matisch in stukken in te delen. Zoekgebied (gebied waarin het model wordt gezocht)
  • Pagina 45: Functieoverzicht (Flexibel Zoeken)

    4-3 Functieoverzicht (flexibel zoeken) Functieoverzicht Functieoverzicht (flexibel zoeken) Gebruik deze functie wanneer goede producten verschillen kunnen hebben. U kunt vooraf maximaal 36 patronen registreren als model om te voorkomen dat goedgekeurde producten worden afgekeurd. Voor elk model wordt de over- eenkomst met het beeld berekend.
  • Pagina 46: Functieoverzicht (Grafisch Zoeken)

    4-4 Functieoverzicht (grafisch zoeken) Functieoverzicht Functieoverzicht (grafisch zoeken) Gebruik deze functie wanneer het moeilijk is om een model te zoeken in beel- den met een patroon dat gedeeltelijk ontbreekt of met een laag contrast. Bij patroon zoeken is de meting gebaseerd op contrastgegevens. Bij deze functie is de meting echter gebaseerd op profielinformatie.
  • Pagina 47: Functieoverzicht (Gebied)

    4-5 Functieoverzicht (gebied) Functieoverzicht Functieoverzicht (gebied) Hiermee kunt u het oppervlak, het zwaartepunt en de hoek van de gewenste kleur meten. Daarmee kunnen de grootte, de positie en de hoek van het meetobject worden bepaald. Wanneer er een kleurencamera is aangesloten op de controller, kunnen tot vier kleuren worden opgegeven als meetkleuren.
  • Pagina 48: Functieoverzicht (Label)

    4-6 Functieoverzicht (label) Functieoverzicht Functieoverzicht (label) De te meten kleuren worden een “label” genoemd. Aan elk label kan een labelnummer worden toegewezen op basis van grootte of positie. Het totale aantal labels en de grootte/positie van elk label kunnen worden uitgevoerd. Wanneer er een kleurencamera is aangesloten op de controller, kunnen tot vier kleuren worden opgegeven als meetkleuren.
  • Pagina 49: Opmerking

    4-6 Functieoverzicht (label) Functieoverzicht Gaten opvullen ON/OFF (standaard) Hier kunt u instellen hoe vlakken in een niet-doelkleur die zijn omgeven door een doelkleur worden verwerkt, zoals een donut-vorm. Wanneer deze optie is ingeschakeld (ON), worden deze delen herkend als doelkleur. (Als u deze optie inschakelt (ON) neemt de verwerkingstijd toe.) Beeldinvoer Gaten opvullen: ON...
  • Pagina 50: Functieoverzicht (Positie)

    4-7 Functieoverzicht (positie) Functieoverzicht Functieoverzicht (positie) Met deze functie kunt u randen detecteren op basis van helderheidsverschil- len. Gebruik deze functie om de coördinaten van de rand van het meetobject te meten. Instelling Meting Meetgebied De rand word in het meetgebied Helderheidsverschil: licht -- >...
  • Pagina 51 4-7 Functieoverzicht (positie) Functieoverzicht Randniveau 0 tot 100 % (standaardwaarde: 50) Hiermee kunt u de dichtheidsverandering instellen die als een rand moet worden herkend. Randen worden als volgt herkend: 1. De dichtheid van het hele meetgebied wordt berekend. 2. De maximumwaarde wordt beschouwd als 100%. De minimumwaarde wordt beschouwd als 0%.
  • Pagina 52: Functieoverzicht (Breedte)

    4-8 Functieoverzicht (breedte) Functieoverzicht Functieoverzicht (breedte) Deze functie detecteert twee randen op basis van helderheidsverschillen. Gebruik deze functie om de afstand tussen twee randen van een meetobject te meten. Instelling Meting Meetgebied Begin- Eindpunt punt Rand 1 Rand 2 (bij beginpunt) (bij eindpunt) Breedte Rand 1 wordt gezocht van het beginpunt richting het eindpunt.
  • Pagina 53: Functieoverzicht (Aantal)

    4-9 Functieoverzicht (aantal) Functieoverzicht Functieoverzicht (aantal) Deze functie detecteert twee randen op basis van helderheidsverschillen. Gebruik deze functie om het aantal randen in een meetdoel te meten, evenals de breedte en afstand ervan. Instelling Meting Meetgebied Doelkleur: donker Breedte Afstand (tussen middelpunten) Aantal randen Andere instellingen Meetmodus...
  • Pagina 54: Functieoverzicht (Hoek)

    4-10 Functieoverzicht (hoek) Functieoverzicht 4-10 Functieoverzicht (hoek) Deze functie maakt gebruik van twee positiefuncties. Meer specifiek herkent deze functie twee randen in twee verschillende meetgebieden. Vervolgens wordt de hoek tussen twee randen berekend. Instelling Meting In twee meetgebieden worden de randen herkend Meetgebied Helderheidsverschil: licht -- >...
  • Pagina 55: Functieoverzicht (Helderheid)

    4-11 Functieoverzicht (helderheid) Functieoverzicht 4-11 Functieoverzicht (helderheid) Gebruik deze functie om de helderheid van meetobjecten te meten. De gemiddelde dichtheid en de afwijking daarvan (helderheidswisselingen) wordt uitgevoerd. Instelling Meting Meetgebied Gemiddelde dichtheid, gemiddelde dichtheidsafwijking Helderheid: zwart Helderheid: wit Afwijking: klein Afwijking: groot Vb.
  • Pagina 56: Functieoverzicht (Kleurtoon)

    4-12 Functieoverzicht (kleurtoon) Functieoverzicht 4-12 Functieoverzicht (kleurtoon) Gebruik deze functie om de kleur van meetobjecten te meten. Kleur wordt gedefinieerd in drie parameters (kleurtoon, verzadiging en helderheid). De gemiddelden van deze drie parameters en de afwijkingen daarvan (wisselin- gen) worden uitgevoerd. Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer een monochrome camera is aangesloten.
  • Pagina 57: Functieoverzicht (Defect)

    4-13 Functieoverzicht (defect) Functieoverzicht 4-13 Functieoverzicht (defect) Gebruik deze functie om vuil, krassen, schilfers, bramen en andere defecten op het vlakke meetdoel te detecteren. De waarde en positie van het grootste defect wordt uitgevoerd. Daarnaast wordt het aantal defecten uitgevoerd. Instelling Meting Onderverdeling...
  • Pagina 58 4-13 Functieoverzicht (defect) Functieoverzicht Andere instellingen Detectie- 4 tot 64 (standaardwaarde: 8) grootte 4 tot 64 (standaardwaarde: 8) Er worden kleine detectiegebieden gevormd, die overeenkomen met de ingestelde detectiegrootte. De afstand tussen de gebieden wordt bepaald door het detectie-interval. De gemiddelde dichtheid van elk detectiegebied wordt berekend en vervolgens vergeleken met de gemiddelde dichtheid van omliggende gebieden.
  • Pagina 59: Functieoverzicht (Groeperen)

    4-14 Functieoverzicht (groeperen) Functieoverzicht 4-14 Functieoverzicht (groeperen) Gebruik deze functie om producten te sorteren, zoals op een lijn waar ver- schillende typen producten worden getransporteerd. U kunt beeldpatronen als referentie (model) registreren om producten te sorteren (Er kunnen tot 64 indices worden geregistreerd met maximaal 4 modellen per index).
  • Pagina 60: Hoofdstuk 5

    HOOFDSTUK 5 Bijlagen Hoe werkt de instelling AUTO De optie AUTO voor meetfuncties Teken eerst het meetgebied (*1) en klik vervolgens Register model op [AUTO]. Reference model Hiermee worden de volgende opties ingesteld. Search region Reference point (*1) Modelgebied: (patroon zoeken / gevoelig zoeken / Img Adj Detail Region...
  • Pagina 61: Banken En Bankgroepen

    Een bankgroep kan bestaan uit maximaal 32 banken. • De controller ZFX-C kan één bankgroep hebben als er geen SD-kaart is geïnstalleerd. • De controller ZFX-C kan maximaal 32 bankgroepen hebben als er een SD-kaart is geïnstalleerd. Bankgroep 0 Bank 0...
  • Pagina 62: 5-2 Banken En Bankgroepen

    Menu-modus - [Tool] - [Backup] - [Bank Group data] - [Save] b) Seriële opdracht via RS-232C/422, USB of ethernet (*1) 2. Een back-up maken van bank 0-31 (bankgroep 0-31) op de ZFX naar een extern apparaat (pc, PLC) a) Seriële opdracht via RS-232C/422, USB of ethernet (*1) Opmerking (*1) De opdracht moet van een extern apparaat worden verzonden (bijv.
  • Pagina 63: Revisiehistorie

    Revisiehistorie De revisiecode is als achtervoegsel toegevoegd aan het catalogusnummer op de vooromslag van de handleiding. Cat. No. Z01E-NL-01 Revisiecode In de volgende tabel ziet u welke wijzigingen tijdens elke revisie zijn aangebracht aan de handleiding. De paginanummers verwijzen naar de eerdere versie. Revisiecode Datum Gereviseerde inhoud...

Inhoudsopgave