F - ONDERHOUD
2 - OPHEFFEN VAN STORINGEN
Mogelijke symptomen
Na het onder spanning zetten
met de schakelaar QS1, licht
het controlelampje van de
Positiebepaler niet op
Na de inwerkingstelling draait
de plaat niet.
De plaat draait even en stopt
dan.
F-24
Mogelijke oorzaak
Het lampje van het
controlelampje is doorgebrand
De zekeringen FU1 of FU3 zijn
doorgeslagen
Men heeft geen draairichting
geselecteerd.
De motor wordt niet gevoed
Overstroom met als gevolg:
- fout regelaar
F0102 of F0103
Eventuele oplossing
Het lampje vervangen
De doorgeslagen zekeringen vervangen,
kijk hiervoor in de kalibertabel van de
zekeringen.
Een draairichting selecteren met behulp
van de schakelaar .
Bij automatische bediening is de
aansluiting tussen de klemmen 148 en
44 niet tot stand gebracht (draaiing naar
rechts) of tussen de klemmen 148 en 43
(draaiing naar links) om de draairichting
te kunnen bedienen.
Deze aansluiting tot stand brengen met
een shunt of een uitwendig contact, zie
elektrische aansluitingen.
Tijdens de werking controleren, met
behulp van de uitwendige consigne ±
10V , of er spanning staat tussen de
klemmen 23 en 24 (0V → geen draaiing).
De zekeringen FU2 controleren en indien
nodig vervangen.
Controleren of u wel de waardetabel van
de abacus van uw positiebepaler in acht
neemt
Controleren of er geen sprake is van een
plotselinge verhoging van de belasting.
Controleren of de klemmen U,V,W van
de regelaar geen kortsluiting hebben.
Controleren of de kabel van de motor
geen kortsluiting heeft of dat de
schakeling van de motor naar behoren
tot stand is gebracht
POSIMATIC PS15
8695 6647 / E