Oorzaak
Probleem
De kamer wordt
Toestel geeft niet voldoende vermogen Isoleer de ruimte
niet warm genoeg,
ook al wordt het
De veiligheidsthermostaat N5 is
apparaat heet
uitgeschakeld
De pluisfilter is verstopt
De ventilator is defect
De kamertemperatuursensor is defect
Het apparaat heeft
De instelling op de
een te hoge lading,
oplaadsturing en / of
zelfs bij mild weer
oplaadregelaar is onjuist
(bij gebruik van een
het besturingssignaal is
laadcontrole)
onderbroken
De stookcurve is verkeerd ingesteld
De buitentemperatuursensor
is defect
De oplaadregelaar stuurt een
verkeerd besturingssignaal (ED-
systeem, storingsgedrag)
Het apparaat heeft
De thermostaat is te hoog ingesteld
een te hoge lading,
zelfs bij mild weer
(met handmatige
oplaadaanpassing)
De kamer wordt
De temperatuur op het apparaat
te warm
is te hoog ingesteld
De kamertemperatuur
Het apparaat wordt blootgesteld aan
wijkt af van de
koude
ingestelde kamer-
koude buitenmuur)
temperatuur
Het apparaat detecteert geen
De vensteropenings-
significante temperatuurdaling als
detectie reageert
gevolg van ventilatie
niet
(Vensteropeningsdetectie vereist
een voorheen stabiele
kamertemperatuur)
De vensteropeningsdetectie is niet
geactiveerd
De functie
De functie "Adaptieve start" is
"Adaptieve start"
niet geactiveerd
werkt niet zoals
De
gewenst
sterk of het leerproces van het
apparaat is nog niet voltooid
De functie werkt alleen in de
timer-modus
Het apparaat
De ventilators draaien niet
ontlaadt niet
Reparatiehandleiding
Accumulator ETS, ETW en ETT Plus
lucht
(bijvoorbeeld
kamertemperatuur
schommelt
Oplossing
Controleer de veiligheid in de luchtuitlaat en
vervang deze indien nodig (zie hoofdstuk Controle
van de beveiligingstemperatuurregelaar)
Reinig het pluisfilter
Controleer de ventilator (zie ventilator
controleren), vervang indien nodig (zie vervang
de ventilator / beveiligingstemperatuurregelaar)
Controleer de kamertemperatuursensor (zie
Controle van de kamertemperatuursensor),
vervang deze indien nodig (zie de
kamertemperatuursensor vervangen)
Pas de instellingen aan
Controleer of het stuursignaal van de oplaad-
regelaar in de warmteaccumulator aanwezig is
Controleer de instellingen op de
oplaadregelaar
Meet de buitentemperatuursensor en
vervang deze indien nodig
Controleer de instellingen van de parameters
P17 en P18 in het configuratiemenu
Controleer de instelling van de thermostaat op
laadniveau
Controleer de ingestelde kamertemperatuur, pas
deze aan indien nodig, het temperatuurverschil
kan eventueel worden gecompenseerd via
parameter P 1 (zie Bedienings- en installatie-
instructies)
Het temperatuurverschil kan eventueel
een
worden gecompenseerd via parameter P 1
(zie bedienings- en installatie-instructies)
Wacht na het instellen van het apparaat enige
tijd totdat de kamertemperatuur volledig is
gestabiliseerd (zie problemen met het openen
van vensters)
Zet het apparaat handmatig in de standby-
modus gedurende de duur van de ventilatie
Schakel de vensteropeningsdetectie in het
basismenu in
Schakel de functie "Adaptieve start" in
het basismenu in
Wacht een paar dagen tot het gedrag is
gestabiliseerd
Gebruik de timer-modus voor
geoptimaliseerd verwarmingscomfort
Controleer de werking van de ventilatoren in
de inbedrijfstellingsmodus (zie bedienings- en
installatiehandleiding "Inbedrijfstelling")
Controleer: