Inhoudsopgave
Advertenties
7.
Foutomschrijvingen
Weergave van apparaatfouten op het display:
E1 Defecte kamertemperatuursensor.
(Deze apparaatfout vindt alleen plaats als de interne kamertemperatuurregeling is
geselecteerd als bedieningsmodus)
E2 Defecte kerntemperatuursensor
E3 DC-ingangspolariteit omgekeerd aangesloten..
Een defect aan de sensoren wordt gedetecteerd door de weerstand te meten. Als de afwijking van de
gemeten weerstand tot de gedefinieerde grenswaarde te groot is, wordt een fout gedetecteerd.
Kamertemperatuursensor: Als de weerstand <~2 kΩ of > ~4450 kΩ is, wordt de fout E 1 weergegeven.
Kerntemperatuursensor: als de weerstand <~850 Ω of > ~2100 Ω is, wordt de fout E 2 weergegeven.
8. Verdere opmerkingen voor het oplossen van problemen
8.1
Foutentabel Apparaatproblemen
Probleem
Het apparaat laadt
niet of laadt niet
goed.
De verwarmingselementen zijn defect
De elektr. van het bedieningspaneel
is defect
De elektronische oplaad- /
ontlaadregelaar is defect
Accumulator ETS, ETW en ETT Plus
Oorzaak
Ontbrekende voeding
Er was geen of te weinig lading
De veiligheidstemperatuurbegrenzer
(F1) is geactiveerd
De activering van de schakelaar
van het verwarmingselement is
niet correct
De centrale laadregeling is
defect of verkeerd ingesteld
Controleer de bestaande
externe weersafhankelijke
oplaadsturing
De laadregelaar is defect of
verkeerd ingesteld
De kernsensor is defect
De veiligheidsthermostaat N4 of N6
(voor ETS 600/700 en ETW 300 tot
480) is defect
Reparatiehandleiding
Oplossing
Controleer de zekering en de
aardlekschakelaar in de huisinstallatie
De instelling van de thermostaat aanpassen
Schakel F1 weer in
Controleer de aansturing van de weerstanden
Controleer de centrale oplaadregeling. (zie
hoofdstuk opmerking - bij het aansluiten van een
externe weersafhankelijke oplaadsturing)
Controleer de oplaadsturing. (zie hoofdstuk
Opmerking - bij het aansluiten van een
externe weersafhankelijke oplaadsturing)
Controleer de instellingen van de parameters
P14, P15, P17 en P18 in het configuratiemenu
Meet de weerstandswaarden van de kernsensor
en vervang deze indien nodig. (zie hoofdstuk
Kernsensor controleren)
Als de veiligheidsthermostaat geen continuïteit
geeft, vervangt u deze (zie het hoofdstuk de
veiligheidsthermostaat controleren)
Meet de weerstandswaarden van de verwarmings-
elementen en vervang ze indien nodig (zie
hoofdstuk controle verw. elementen)
Vervang de elektronica van het bedieningspaneel
Vervang de elektronica oplaad-
/ ontlaaadregelaar (zie de elektronische
oplaad- / ontlaadregelaar vervangen)
Advertenties
Inhoudsopgave
