Inhoudsopgave
Advertenties
6 Installatie
6 Installatie
Opstelling en installatie
Installatie- en plaatsingsprotocol
Als bewijs van een correcte opstelling, installatie en eerste inbedrijfstelling en voor uw garantierechten
moet de verantwoordelijke verkoper het opstellingsprotocol invullen en een kopie daarvan naar de firma
MELAG sturen.
Autoclaaf uitlijnen
Voor een probleemloze werking moet de autoclaaf horizontaal worden geïnstalleerd met behulp van een
waterpas die in contact komt met het kamerafdichtvlak. Vervolgens moeten, afhankelijk van het type
autoclaaf, de voorste poten van het apparaat vijf (Vacuklav 24 B+) of drie (Vacuklav 30 B+)
omwentelingen worden losgedraaid, zodat het apparaat iets naar achteren helt.
Netaansluiting
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het hanteren van de kabel en het netsnoer:
Het netsnoer of de netstekker nooit beschadigen of wijzigen.
u
u
Buig of verdraai het netsnoer nooit.
Trek het netsnoer nooit aan de voedingskabel uit het stopcontact. Neem altijd het netsnoer zelf vast.
u
Zet geen zware voorwerpen op het netsnoer.
u
u
Laat het netsnoer nooit langs plaatsen lopen waar het snoer ingeklemd kan geraken (bijv. deuren of
ramen).
Laat het netsnoer niet langs een warmtebron lopen.
u
Gebruik geen nagels, nieten of dergelijke objecten om een kabel vast te maken.
u
u
Als de voedingskabel of -stekker beschadigd is, stelt u het apparaat buiten bedrijf. Netsnoeren of
netstekkers mogen alleen worden vervangen door geautoriseerde technici.
Het stopcontact moet na installatie vrij toegankelijk zijn, zodat het apparaat te allen tijde, van het
u
elektriciteitsnet kan worden losgekoppeld, zo nodig door de stekker uit het stopcontact te trekken.
Aan de locatie aan de netaansluiting gestelde eisen
Eigenschap
Stroomvoorziening
Max. spanningsbereik
Zekering in het gebouw
Lengte van het
netsnoer*
Overige
)
*
Neem hiervoor de informatie in het aansluitschema in acht
16
TIP
Zie voor de opstelling en installatie de opgaven in het Technical manual [Technisch
handboek]. Daar vindt u alle voorwaarden gedetailleerd beschreven.
220-240 V, 50/60 Hz
207-253 V
afzonderlijk stroomcircuit met 16 A, FI-bescherming 30 mA (om de verdere
werking te garanderen in het geval van storingen in de autoclaaf)
1,35 m
)
extra stopcontact voor protocolprinter MELAprint 42/44, universele printer
MELAprint 80 e.d.
Advertenties
Inhoudsopgave
