Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Install Level - Mastervolt SYSTEM MANAGER SMART Gebruikers- En Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8

INSTALL LEVEL

In dit menu stelt u de System Manager Smart in
op de spanning en het vermogen van de
geïnstalleerde
accu's.
installatiemenu
door
seconden
ingedrukt
"HISTORIC
DATA"
verschijnt. Druk tweemaal op de knop Select
totdat "INSTALL LEVEL" verschijnt. Nu kunt u
met de knop Set het installatiemenu openen.
Met de knop Select kunt u door de niveaus van
dit menu lopen.
Select (3 sec.)
→ HISTORIC DATA
→ BATTERY ALARM
Zie
voor
meer
menudiagram (figuur 5). Het getal tussen
haakjes komt overeen met het getal zoals
genoemd in dit diagram.
Opmerking: Wanneer u de knop Select
drie
seconden
verandert de richting van de pijl aan de
rechterkant van de display. Wanneer de
pijl omlaag wijst ( ), kunt u de
ingestelde waarde verlagen met de
knop Set. Wanneer de pijl omhoog wijst
( ), kunt u de ingestelde waarde
verhogen.
De accucapaciteit instellen (22)
BATTERY CAP.
200 Ah
In het eerste niveau stelt u het vermogen van de
accu in. Voor een nauwkeurige aflezing van de
functie
resterende
vermogen
als
percentage
installatievermogen, dient u op dit niveau het
vermogen van de geïnstalleerde accu in te
stellen. De ingestelde waarde is het vermogen
van de accu met een waarde van 20 uur (C 20).
Vraag wanneer u tractieaccu's met een ander
vermogen, bijvoorbeeld C10 of C8, installeert, bij
de leverancier van de accu na wat het vermogen
van de accu is wanneer de accu volgens de 20-
Maart 2004 / System Manager Smart / NL
U
opent
de
knop
Select
te
houden
totdat
(historische
gegevens)
→ INSTALL LEVEL
→ knop Set
informatie
ook
ingedrukt
houdt,
tijd
en
het
verbruikte
van
uur-waarde wordt ontladen en stel de System
Manager Smart op deze waarde in.
Voor 12 volts systemen kan het vermogen van
alle in de hoofdaccubank geïnstalleerde accu's
worden opgeteld. Wanneer u een 24 volts
het
accusysteem gebruikt, telt u het vermogen van
3
alle accu's in de hoofdaccubank bij elkaar op en
deelt u deze waarde door twee.
Voorbeeld: een hoofd accubank met twee
geïnstalleerde accu's van elk 12 volt en 100 Ah.
Bij
een
accuvermogen op 200 Ah instellen. Bij een 24-
volt-systeem moet u het accuvermogen op 100
Ah instellen.
U hoeft het vermogen van de hulpaccu
(startaccu) niet in te stellen.
U kunt het vermogen van de accu
het
alleen instellen wanneer de accu's
100% zijn opgeladen. Wanneer u de
instellingen voor accuvermogen wijzigt,
worden de functie resterende tijd en de
verbruikte Ah opnieuw ingesteld.
De accuspanning instellen (23)
BATTERY BANK
24V
In het tweede niveau stelt u de nominale
accuspanning van de hoofdaccu in (12 of 24
volt). Wanneer de System Manager Smart wordt
ingeschakeld met een volledig of in ieder geval
redelijk opgeladen accu, stelt de System
Manager Smart automatisch de spanning in op
de
nominale
hoofdaccusysteem.
inschakeling van de System Manager Smart
een 24 volts accu volledig werd ontladen, en
daardoor onder de 15 volt kwam, herkent de
meter een onjuiste nominale accuspanning. U
het
kunt de juiste spanning instellen met de knop
Set. De standaard fabrieksinstelling bedraagt
12 volt.
12-volt-systeem
moet
spanning
Wanneer
u
het
van
het
tijdens
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

07-04-00110

Inhoudsopgave