18. PROBLEMEN OPLOSSEN
Hieronder ziet u een aantal mogelijke storingen.
Als het probleem niet op de beschreven manier kan worden verholpen, moet contact worden opgenomen met de Technische Dienst.
PROBLEEM
Het
apparaat
wordt
ingeschakeld
De koffie is niet warm
De koffie is weinig volumineus of
heeft weinig crème.
De koffie wordt te langzaam of
druppelsgewijs geleverd.
De koffie loopt niet uit één of uit
beide tuitjes van de koffieuitloop.
De afgegeven koffie is slap.
De afgifte van de drank is
onvoldoende
MOGELIJKE OORZAAK
niet
De stekker is niet in het stopcontact
gestoken.
De interne circuits van het apparaat zijn
afgekoeld omdat er sinds het laatste
kopje koffie 2-3 minuten verstreken zijn.
De ingestelde koffietemperatuur is laag.
De kopjes zijn niet voorverwarmd.
De machine moet ontkalkt worden
De koffie is te grof gemalen.
De koffie is niet geschikt.
De koffie is niet vers.
De koffie is te fijn gemalen.
De tuitjes van de koffieuitloop (A16) zijn
verstopt.
De trechter (A3) is verstopt.
Het water in het reservoir (A9) is
onvoldoende
OPLOSSING
Steek de stekker in het stopcontact (afb. 1).
Verwarm de interne circuits met een spoeling
alvorens koffie te zetten; gebruik daarvoor de
specifieke functie (zie par. "6.1 Spoeling").
Stel een hogere koffietemperatuur in in het
menu instellingen (C6) (zie par. "6.6 Temper-
atuur koffie").
Verwarm de kopjes voor door ze te spoelen
met heet water (N.B: u kunt de functie heet
water gebruiken).
Ga verder zoals aangegeven in hfdst. "14.
Ontkalken". Controleer vervolgens de water-
hardheid ("Meting van de waterhardheid") en
of het apparaat is ingesteld voor de werkelijke
hardheid ("Instelling waterhardheid").
Open het menu instellingen (C6) en volg de
aanwijzingen om de maalgraad te regelen.
Het resultaat is pas zichtbaar na het zetten
van 3 kopjes koffie (zie par. "6.11 Instellingen
koffiemolen").
Gebruik koffie voor espressomachines.
De verpakking van de koffie werd te lang ge-
leden geopend en de koffie heeft zijn aroma
verloren.
Open het menu instellingen (C6) en volg de
aanwijzingen om de maalgraad te regelen.
Het resultaat is pas zichtbaar na het zetten
van 3 kopjes koffie (zie par. "6.11 Instellingen
koffiemolen").
Reinig de koffieuitloop met een spons of een
tandenstoker.
Reinig de trechter met behulp van een kwast
zoals beschreven in de par. "13.7 Reiniging
van de trechter voor het invoeren van voorge-
malen koffie".
Vul het reservoir altijd tot aan niveau MAX.
26
→