2. Open de deksel van de trechter;
3. Reinig de trechter met een kwast;
4. Sluit het deurtje.
Let op!
Let na de reiniging op dat er geen accessoires in de trechter
achterblijven: de aanwezigheid van vreemde voorwerpen in de
trechter kan tijdens de werking de beschadiging van de machi-
ne veroorzaken.
13.8 Reiniging van de tuitjes van de koffieuitloop
1. Reinig de koffieuitloop ((A16) regelmatig met een spons of
een doek (afb. 31);
2. Controleer dat de gaatjes van de koffieuitloop niet verstopt zijn.
Verwijder zo nodig de koffieresten met een tandenstoker (afb.
32).
31
13.9 Reiniging van de uitneembare zetgroep
De zetgroep (A6) moet ten minste eenmaal per maand gerei-
nigd worden.
Let op!
De zetgroep kan niet worden uitgenomen als de machine is
ingeschakeld.
1. Controleer of de machine de uitschakeling correct heeft
uitgevoerd (zie hoofdstuk "5. Het apparaat uitschakelen");
2. Verwijder het waterreservoir (A9) (afb. 2);
3. Open het deurtje van de zetgroep (A5) (afb. 33) aan de
rechterzijde van het apparaat;
33
4. Druk de twee gekleurde ontgrendelingsknoppen naar bin-
nen en trek tegelijkertijd de zetgroep naar buiten (afb. 34);
5. Dompel de zetgroep voor ongeveer 5 minuten onder in
water en spoel hem vervolgens af onder de kraan;
Let op!
SPOEL ALLEEN MET WATER
GEEN REINIGINGSMIDDELEN - GEEN VAATWASMACHINE
6. Reinig de zetgroep zonder gebruik van reinigingsmiddelen
omdat deze mogelijk schade veroorzaken.
7. Reinig met een kwast eventuele koffieresten op de onder-
kant van de zetgroep, zichtbaar vanaf de deksel (A5);
8. Plaats de zetgroep na de reiniging terug in de houder; druk
vervolgens op het opschrift PUSH tot de klik van de koppe-
ling wordt gehoord;
Opgelet:
Als het moeilijk is om de zetgroep terug te plaatsen, dan moet
hij (voorafgaand aan de terugplaatsing) naar de juiste grootte
worden gebracht door op de twee hendels te drukken (afb. 35).
32
9. Controleer na de terugplaatsing of de twee gekleurde
knoppen correct naar buiten gesprongen zijn;
10. Sluit het deurtje van de zetgroep;
11. Plaats het waterreservoir terug.
13.10 Reiniging van het bedieningspaneel (B)
1. Schakel de machine uit door te drukken op de toets
(B1);
2. Veeg af met een zachte, niet-schurende doek;
3. Reinig de hardnekkigste vlekken goed, zonder te hard te
drukken.
13.11 Reiniging van het melkreservoir (E)
Deze handeling zal langdurig optimale resultaten garanderen.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de deksel van het melkreservoir (E1) (afb. 21);
2. Verwijder het melkpijpje (E5), het verlengstuk van het
melkpijpje (E6) en de melkopvoerpijpje(E7) (afb. 36);
34
19
35