Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Doosan LightSource V9 Bedienings- En Onderhoudshandleiding pagina 16

Inhoudsopgave

Advertenties

12
VEILIGHEID
Wanneer remmen en veiligheidskettingen gemonteerd zijn:
a) Kettingen met een lus op de trekker bevestigen, onder gebruik van
de aanhangerkoppeling op de trekker of een ander even sterk punt.
(b) Verzekeren dat de effectieve lengte van de ketting zo kort mogelijk
is, maar echter nog steeds normaal draaien van de aanhanger en
effectieve werking van de losbreekkabel toestaat.
Wanneer alleen veiligheidskettingen gemonteerd zijn:
a) Kettingen met een lus op de trekker bevestigen, onder gebruik van
de aanhangerkoppeling op de trekker of een ander even sterk punt.
b) Bij afstellen van de veiligheidskettingen moet er voloende vrije
lengte in de kettingen zijn om normaal draaien toe te staan, maar kort
genoeg om te verhinderen dat de dissel de grond aanraakt wanneer de
aanhanger ongewild van de trekker gescheiden wordt.
Voor het slepen
Controleer of de wielen, banden en sleepstangkoppelingen in orde
zijn en of de sleepstang correct is aangebracht, alvorens te gaan
slepen.
Berg de voorste stabilisatoren en alle vijzels op. Zet de
vijzelhandgrepen vast door de ketting van de positioneerpen
eromheen te wikkelen. Op deze manier raken deze onderdelen tijdens
het slepen niet beschadigd.
Slepen
VOORZICHTIG! Verplaats de machine niet met een uitgeschoven
mast.
Sleep de machine niet met een voertuig dat een lager
sleepvermogen heeft dan in het in de algemene gegevens vermelde
brutogewicht van de machine.
Rijd niet sneller dan 80 km/h (of de plaatselijk voorgeschreven
maximumsnelheid indien deze lager is) bij het slepen van de machine.
Lassen
Voordat er wordt gelast, moeten de generatorrelais, de
spanningsrelegaar , de meters, de stroomonderbrekers en de
accukabels worden ontkoppeld. Open alle stroomonderbrekers, en
verwijder externe aansluitingen. Sluit de aarding van het lasapparaat
zo dicht mogelijk bij de te lassen zone aan.
LIGHTSOURCE V9
Gebruik van de mast
Voor en tijdens het gebruik van de mast, moet worden
gecontroleerd of zich binnen een straal van 2 m geen mensen of
voorwerpen bevinden. Wanneer de mast volledig is uitgeschoven, of
niet verder kan worden uitgeschoven, laat dan onmiddellijk de
bedieningsschakelaar los, zodat de kabels niet te strak worden
getrokken.
Controleer of zich niemand binnen een afstand van 10 m achter de
machine bevindt, wanneer de verlichtingstoren wordt opgericht of
neergelaten.
Alle stabilisators moeten zijn uitgeschoven en vlak staan, voordat
de mast wordt opgericht.
Klim NIET op de verlichtingstoren. Voer reparaties en afstellingen
aan de toren uit wanneer deze is neergelaten (transportpositie).
Beschadigde kabels kunnen breken wanneer de verlichtingstoren
in gebruik is, waardoor deze valt. Gebruik de toren niet wanneer de
kabels zijn beschadigd. Vervang beschadigde kabels.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

368000

Inhoudsopgave