Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mastervolt SYSTEM MANAGER COMBI Gebruikershandleiding pagina 21

Inhoudsopgave

Advertenties

INSTALLATIEMENU
De accuspanning instellen (23)
In het tweede niveau stelt u de System Manager
Combi
in
op
de
hoofdaccu. Wanneer de System Manager
Combi wordt ingeschakeld met een volledig of
in ieder geval redelijk opgeladen accu, stelt de
System
Manager
Combi
spanning in op de nominale spanning van het
hoofdaccusysteem.
inschakeling van de de System Manager Combi
een 24-volt-accu volledig werd ontladen, dus
wanneer de spanning onder 15 volt kwam,
verschijnt er een onjuiste spanning op de meter.
U kunt de juiste spanning instellen met de knop
Set. De standaard fabrieksinstelling is 12 volt.
Gemiddelde tijd voor de functie resterende
tijd instellen. (24)
In het derde niveau kunt u de gemiddelde tijd voor
de functie resterende tijd instellen. Wanneer deze
waarde op 0 wordt ingesteld, betekent dit dat de
resterende tijd direct ingaat en dat direct wordt
vermeld hoelang de accu's met de aangesloten
lading kunnen worden gebruikt. Er wordt een
nauwkeurigere
en
weergegeven wanneer u de gemiddelde aflezing
op 10, 20 of 30 minuten instelt. Wanneer u dit
niveau selecteert, kunt u met de knop Set de
waarde instellen. De standaard fabrieksinstelling
voor dit niveau is 10 minuten.
Opmerking: wanneer u de knop Select
drie
seconden
verandert de pijl aan de rechterkant van
de display. Wanneer de pijl omlaag
wijst, kunt u de ingestelde waarde
verlagen. Wanneer de pijl omhoog wijst,
kunt u de ingestelde waarde verhogen.
V2.1 / April 2003 / System Manager Combi / NL
accuspanning
van
automatisch
Wanneer
tijdens
bruikbaardere
waarde
ingedrukt
houdt,
De spanning voor "volledig opgeladen"
instellen. (25)
de
Wanneer u wilt controleren of de accu volledig is
opgeladen, moet aan diverse parameters worden
voldaan voordat de System Manager Combi de
accu als volledig opgeladen beschouwt. Een van
de
de parameters is de minimumspanning die moet
worden bereikt. Deze spanning moet worden
ingesteld op de laagste spanning van alle
oplaadapparatuur in het systeem. Dit betekent
bijvoorbeeld wanneer de spanning van de
acculader 14,25 volt is en die van de dynamo 14
volt, dat de spanning net onder de laagste
spanning, dus onder 14 volt moet worden
ingesteld.
De hierboven genoemde spanningsniveaus
worden gemeten bij de uitgangspolen van het
oplaadsysteem.
spanningsniveaus ongeveer 0,4 volt lager
worden ingesteld om te compenseren voor het
spanningsverlies in de kabels. In het hierboven
genoemde voorbeeld moet de spanning dus op
13,6 volt worden ingesteld.
Bovendien wordt deze waarde automatisch
ingesteld voor een 12- of 24-volt-systeem. De
fabrieksinstellingen zijn 13,6 volt voor een 12-
volt-systeem of 27,2 volt voor een 24-volt-
systeem. Met de knop Set kunt u de waarde
tussen
13 en 15 volt instellen wanneer u een 12-volt-
accu hebt geselecteerd, of tussen de 26 en 30
volt bij een 24-volt-systeem.
Opmerking: wanneer u de knop Select
drie
verandert de pijl aan de rechterkant van
de display. Wanneer de pijl omlaag
wijst, kunt u de ingestelde waarde
verlagen. Wanneer de pijl omhoog wijst,
kunt u de ingestelde waarde verhogen.
Daarom
moeten
seconden
ingedrukt
deze
houdt,
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

07-04-00120

Inhoudsopgave