Periodiek onderhoud
Bewaring
Voor de bewaring
WAARSCHUWING
Bewaar de machine nooit (met brandstof in de tank) in
een gesloten, slecht verluchte ruimte. Benzinedampen
kunnen een ontstekingsbron bereiken (een fornuis, boiler
enz.) en een explosie veroorzaken.
Brandstofdampen zijn bovendien giftig voor mens en dier.
Voor u de machine buiten het seizoen bewaart, moet u de
instructies voor onderhoud en bewaring lezen in het gedeelte
Veiligheidsvoorschriften en daarna de volgende
stappen uitvoeren:
• Zet de maaimessen UIT, zet de snelheidshendels op
STARTEN/PARKEREN en verwijder de sleutel uit
de contactschakelaar.
• Controleer het peil van alle vloeistoffen. Controleer
alle onderhoudspunten.
• De batterij zal langer meegaan wanneer u ze verwijdert, op
een koele, droge plaats bewaart en om de maand volledig
oplaadt. Als de batterij in de machine blijft, moet u de
negatieve kabel afkoppelen.
Voorkom gomafzettingen in de essentiële delen van het
brandstofsysteem, zoals de carburator, het brandstoffilter, de
brandstofleiding en de brandstoftank. Brandstoffen die alcohol
bevatten (gasohol, ethanol, methanol) kunnen vocht aantrekken,
die zich tijdens de bewaring afscheidt en zuren kan vormen.
Gassen van zuren kunnen tijdens de bewaring het
brandstofsysteem van de motor beschadigen.
Om motorproblemen te voorkomen, moet u een
brandstofstabilisator gebruiken, zeker als de machine 30 dagen
of langer zal worden opgeslagen.
Na de bewaring
Voor u na de bewaring de machine start:
• Controleer het peil van alle vloeistoffen. Controleer
alle onderhoudspunten.
• Vul de tank met VERSE brandstof.
• Laat de motor na het starten warm draaien voor u begint
te maaien.
22