Het motorcompartiment openen
WAARSCHUWING
Zet de snelheidshendels op de stand
STARTEN/PARKEREN, schakel de maaimessen UIT,
draai de contactschakelaar UIT en wacht tot alle
bewegende delen tot stilstand komen voor u het
motorcompartiment opent of onderhoud uitvoert.
Hef de achterkant van het stoelgedeelte op om het
motorcompartiment te bereiken (Figuur 10).
Vuil uit de rider en het
motorvak verwijderen
VOORZICHTIG: Vuil dat niet uit het motorcompartiment en
van andere hete vlakken wordt verwijderd, vormt een
gevaar voor brand.
Voor u de machine voor het begin van het maaien start, moet u
resten van gras, zand, bladeren en ander vuil van de machine
verwijderen. Maak ook het motorcompartiment schoon.
Vuil uit de koelzones van de motor en het
luchtfilter verwijderen
VOORZICHTIG: Vuil dat niet uit het motorcompartiment en
van andere hete vlakken wordt verwijderd, vormt een
gevaar voor brand.
Voor u bij het begin van het maaien de machine start, moet u het
stoelgedeelte opheffen en eventueel vuil van het scherm van de
luchtinlaat boven de motor (A, Figuur 11), de koelvinnen van de
motor en het luchtfilter verwijderen. Open ook het deksel van het
luchtfilter (B) en verwijder vuil dat zich in het filtercompartiment
heeft verzameld.
De bandenspanning controleren
De bandenspanning moet regelmatig worden nagekeken. Ze
moet overeenkomen met de waarden in Figuur 12. Merk op dat
deze bandenspanningen enigszins kunnen verschillen van de
op de zijkant van de banden gestempelde waarde voor "Max
Inflation" (maximale bandenspanning). De aanbevolen
bandenspanning geeft een goede tractie, verbetert de kwaliteit
van het maaien en verlengt de levensduur van de banden.
Periodiek onderhoud
Figuur 10. Het motorcompartiment bereiken
Figuur 11. Motorcompartiment
A. Scherm luchtinlaat
B. Deksel luchtfilter
Band
Voor
Achter
Figuur 12. Bandenspanningen
17
A
B
Druk
1,24-1,38 bar (18-20 psi)
0,69-0,83 bar (10-12 psi)