Inhoudsopgave
Advertenties
Paragraaf 1
1.8.3
Voltageselectie voor wisselvoltagewerking
Opmerking: De
voltageselectorschakelaar moet
juist zijn ingesteld om het
leidingvoltage te kunnen gebruiken.
Een onjuiste instelling kan
resulteren in ernstige schade aan
het apparaat als de het onder
spanning wordt gezet. Zie
Afbeelding
11.
Afbeelding 11 Voltageselectorschakelaar en zekeringvervanging
Fase
1.8.4
Alarmaansluitingen
Opmerking: Stroom naar de
relaiscontacten moet beperkt zijn tot
5 amps resistief. Er moet een
methode beschikbaar zijn om
plaatselijk de stroom van de relais te
verwijderen bij een noodgeval of
tijdens onderhoud aan het product.
Verwijdering van stroom kan
worden verkregen door een externe
schakelaar en een 5 amp zekering
of met een geschakelde 5-amp
stroomonderbreker.
Pagina 24
Elektrische aansluitingen
Het apparaat is ingesteld op een 115 Voltwerking als het de fabriek verlaat.
Om het apparaat om te schakelen naar een 230 volts werking dient u de AC-
leidingconversieschakelaar (weergegeven in
naar de 230 V stand. De zekeringen die in dit product worden gebruikt zijn
5mm x 20mm. De gebruikte zekeringen zijn goedgekeurd voor zowel Noord-
Amerikaans en Europees gebruik; ze hoeven niet te worden gewisseld als het
voltage wordt geconverteerd.
De analysator bevat twee alarmrelais die zijn ontworpen voor gebruik met een
hoog voltage (hoger dan 30V-RMS en 42,2V-PIEK of 60V dc) of een laag
voltage (lager dan 30V-RMS en 42,2-PIEK, of minder dan 60V dc), maar niet
een combinatie van zowel hoog als laag voltage. Raadpleeg
de instructies die volgen voor verbindingsinformatie.
De relaisconnector accepteert 18 - 12 AWG bedrading. Draadmaat moet
worden bepaald bij de belastingtoepassing. Draadmaten van minder dan 18
AWG worden niet aanbevolen.
1. Zorg dat er geen stroom aan het apparaat wordt geleverd.
2. Trek de isolatie van elk draad ¼-inch terug. Zie
3. Haal de connector indien gewenst uit het apparaat.
Afbeelding
11) om te zetten
Afbeelding 13
Afbeelding
12.
54400_install.fm
en
Advertenties
Inhoudsopgave
