MODULATOR
In de moduleerbuis B2 (EF 50) wordt vangroostermodulatie toe-
gepast. Doordat de modulatie plaats heeft in een afzonderlijke buis,
heeft noch de stand van de verzwakker, noch de uitwendige belas-
ting invloed op de ingestelde frequentie.
De anodespanning van de moduleerbuis is gestabiliseerd; tevens is
door middel van een ongeveer twintigvoudige gelijkstroomtegen-
lcoppeling bereikt, dat de stroom door B2 constant blijft. Hierdoor
is de modulatiédiepte constant met de tijd en met de frequentie.
Voor inwendige modulatie is de modulatiediepte ingesteld op 30 %.
In de gekozen schakeling treedt geen storende frequentiemodulatie
op. Bij hoge frequenties blijft de modulatievervorming gering en de
modulatiediepte gelijk aan die bij lagere Frequenties.
H.F.-UITGANG
De H.F.-spanning wordt over een regelbare, geijkte verzwakker via
een scheidingscondensator toegevoerd aan de uitgangsbus Bul ,
waarop de capaciteitsarme, afgeschermde meetkabel kan worden
aangesloten.
Zou een externe gelijkspanning op Bul worden aangesloten, dan
wordt de verzwakker door de scheidingscondensator voor be-
schadiging behoed.
Aan de H.F.-kabel kan desgewenst de bijbehorende kunstantenne
verbonden worden.
SPANNINGSMETER
De aan de ingang van de verzwakker toegevoerde gemoduleerde
H.F.-spanning wordt door B4 gedetecteerd. De L.F.-spanning die
daarbij ontstaat, wordt aan B5 toegevoerd. De waarde van de L.F.-
spanning over de katodeweerstand van B5 wordt gemeten door
meter Ai. Doordat de modulatiediepte bij interne modulatie op een
vaste waarde is ingesteld, is de aanwijzing van Ai tevens een maat
voor de H.F.-spanning. Indien de H.F.-spanning niet wordt gemo-
duleerd, blijft de meter op nul staan.
6
~