tweede stand. De waarde van de ongemoduleerde spanning is dan
gelijk aan die van de ingestelde gemoduleerde spanning.
L.F.-SPANNING
Met Skl in de derde, resp. vierde stand kan men van Bul een
spanning met een frequentie van 400 Hz, resp. 2500 Hz afnemen.
Deze spanning, die kan worden afgelezen op de onderste schaal
van A~, kan men met behulp van R1. 2 instellen tussen 0 en onge-
veer 1 V.
Met behulp van deze spanning kan men de L.F.-gevoeligheid van
de L.F.- en de uitgangstrap van een ontvangapparaat of een ver-
sterker bepalen. Ook kan men door middel van de L.F.-spanningen
een indruk krijgen van de L.F.-frequentiekarakteristiek en contro-
leren of de toonregelaar werkt.
GEBRUIK VAN DE VOLTMETER ALS UITGANGSMETER
Principe
De ingebouwde voltmeter is geschikt voor het meten van wissel-
spanningen tot 1 V. Bijgevolg bestaat de mogelijkheid de voltmeter
áls uitgangsmeter van het te onderzoeken ontvangtoestel te ge-
bruiken.
De inwendige weerstand van de stroombron waarop de meter in
de GM 2893 is aangesloten, bedraagt ongeveer 4000 ohm. Sluit
men nu parallel aan deze weerstand een luidsprekerweerstand van
b.v. 5 ohm aan> dan valt de meter op nul terug en kan men de span-
ning over de luidspreker meten.
Volgens P -
V2 /R (P: vermogen, V; spanning, R: weerstand)
bedraagt bij een luidsprekerweerstand van 5 ohm en een meter-
aanwijzing van 0,5 V het uitgangsvermogen 50 mW.
Meting
Met zet Skl in stand 3 of 4 en verbindt daarna Bul met de uit-
gangsklemmen van het ontvangtoestel, b.v. de klemmen voor aan-
sluiting van een tweede luidspreker.
De impedantie tussen de klemmen mag niet meer dan 1000 ohm
bedragen, de klemmen mogen niet onder gelijkspanning staan en
één van de klemmen moet worden geaard.
14