MOTOR STORINGEN
Wanneer u problemen heeft met het starten van
de motor bekijk dan de volgende oorzaken:
De motor draait niet rond:
• De accu is leeg.
• Start zekering is kapot.
• De messen zijn ingeschakeld.
• De stuurhandels staan niet in neutraal.
• De stuurhandel schakelaars staan niet goed
afgesteld: (Luister naar de klik.)
• Losse draad op losse verbinding.
De motor draait wel maar start niet:
Controleer of de stopspoel aantrekt wanneer
de contactsleutel wordt omgedraaid. Indien de
spoel niet aantrekt, controleer dan de zekering
bij de starter (blz 62 # 25). Indien de zekering
niet kapot is, controleer dan tijdens het starten,
de spanning (voltage) van de zwarte draad aan
de stopspoel. Controleer ook de (spanning)
voltage van de witte draad aan de stopspoel
terwijl u de motor start (om te controleren of het
probleem in de stopspoel zelf zit). Is er tijdens
het starten wel spanning, test dan de stopspoel
(zie volgende alinea). Indien de stopspoel wel
aantrekt en toch start de motor niet, dan zit er
misschien lucht in het brandstof systeem. De
mogelijke oorzaken hiervan zijn:
• De tank is leeg gereden.
• Verstopt brandstof fi lter.
• Een losse of kapotte brandstofl eiding.
Lees om te zien hoe de motor ontlucht kan
worden de motorhandleiding. Het brandstof
systeem kunt u als volgt ontluchten.
• Los de lek plug aan de bovenzijde van het
brandstof fi lter huis. Pomp met de handel
welke aan de bovenzijde van de brandstof
pomp is geplaatst totdat er geen belletjes
meer verschijnen bij de lek plug. Draai de
plug vast.
• Los de lek plug op de boven zijde van de
inspuit pomp. Pomp met de handel tot dat
er geen belletjes meer verschijnen bij de lek
plug. Draai de plug vast.
BELANGRIJK
Langer als 15 seconden starten van de
motor per keer, kan ervoor zorgen dat
de stopspoel doorbrand wat te vroege
start problemen veroorzaakt.
Indien de motor na het ontluchten nog niet start
kunt u het beste de het motorinstructie boek
raadplegen, en vind u de oorzaak dan nog niet,
neem dan contact op met uw Grasshopper dealer.
Het testen van de stopmagneet
De magneet zal niet aantrekken voordat de motor
gestart wordt. Om de stopmagneet te testen,
bedien de start schakelaar. Nadat de motor
gestart is en met de sleutel in de bedrijfsstand
moet de magneet volledig aangetrokken zijn.
Met sleutel in de "RUN" positie van het contact
slot, plaatst u uw hand op de stopmagneet.
Wanneer u de sleutel op de "OFF" positie van
het contactslot draait, luister en voel of een
"click" de stopmagneet bedient. Indien dit niet
het geval is controleer dan de zekering in de
kabel bij de startmotor. Indien de zekering goed
is, test dan de magneet op de volgende manier:
• Maak de draden naar de stopmagneet los.
• Met een Ohm meter op stand X 1 Ohm, test u
de draden naar de spoel van de stopmagneet.
• De juiste meetgegevens zijn:
Zwarte draad naar Rode draad - 15 Ohm
Witte draad naar Zwarte draad - .5 Ohm
Indien u deze resultaten niet heeft, of wanneer
een van de circuits geen verbinding geeft is de
spoel stuk en dient deze vervangen te worden.
De motor stopt zodra u de stuurhandels naar
binnen draait:
• Indien de motor draait en stilvalt zodra een
van beide stuurhandels naar binnen worden
gedraait, controleer dan het volgende: Let er
op dat de machine niet op de parkeerrem staat.
De stuurhandels kunnen niet gebruikt worden
wanneer de parkeerrem is ingeschakeld. Met
de contactsleutel op de bedrijfsstand, "ON"
en met een ingeschakelde stoelschakelaar
38