Inhoudsopgave
Advertenties
de temperatuur is verbonden met de meter
en gaat aan wanneer de meter in de rode
zone komt.
• De voltmeter (I) is de meter op het paneel
tussen de koelvloeistoftemperatuurmeter
en de urenteller. Deze meter meet de
batterijspanning. Een volledig geladen
accu levert een spanning van 12 volt of iets
daarboven als de sleutel in de "AAN" positie
staat. Een lager voltage kan betekenen dat
een of meer cellen in de accu in slechte staat
verkeren. Wanneer de motor op vol gas
draait moet de meter tussen 13,5 en 14 volt
staan. Hogere voltages kunnen betekenen
dat er een fout is met het laadsysteem van de
accu.
• H e t
o l i e l a m p j e
waarschuwingslampje aan de linkerzijde
van het paneel waarbij "OIL" geschreven
staat. Dit lampje is verbonden met de
oliedrukmeter en gaat branden wanneer de
oliedruk beneden een door de motorfabrikant
bepaald peil daalt. Het lampje gaat altijd
aan als de sleutel zich in de AAN en START
positie bevind maar moet uit gaan wanneer
de motor start en de olie op druk komt.
De parkeerrem hendel is de grote zwarte
hendel die geplaatst is tussen het spatbord en de
stoel aan de linkerzijde van de bestuurder. De
parkeerrem hendel schakelt de parkeerremmen
voor de wielen in. Trek de handel omhoog en
achteruit tot over het dodepunt heen zodat de
hendel in de aan stand veert. Duw de handel naar
voren en omlaag om de parkeerrem uit te zetten.
Verschillende veiligheidsschakelaars zijn
verwerkt in het ontwerp van deze machine om
te voorkomen dat in bepaalde voorwaarden de
motor wordt gestart en de draaiende motor in
bepaalde omstandigheden beschadigt of afslaat.
Deze veiligheidschakelaars dienen vóór elke
operatie te worden gecontroleerd zodat ze goed
werken. Zie pagina 21 voor de checklist van
deze veiligheidschakelaars.
Het start circuit zorgt ervoor dat de motor niet
kan starten tenzij:
• Zowel de stuurhendels staan in geopende
( C )
i s
h e t
19
positie, en
• De PTO knop is ingedrukt in zijn
uitgeschakelde positie.
Het stop circuit laat de motor stoppen als:
• De gebruiker opstaat van de stoel tijdens
het gebruik van de machine met de PTO
ingeschakeld of met de stuurhendels in
gesloten positie.
• De stuurhendels in hun gesloten positie
staan maar wanneer de parkeerrem wordt
ingeschakeld.
• De parkeerrem is ingeschakeld maar wanneer
de stuurhendels in gesloten positie geplaatst
worden.
• Wanneer de gebruiker niet op de machine
zit maar de stuurhendels in gesloten positie
geplaatst worden.
• Wanneer de gebruiker niet op de machine zit
maar wanneer de PTO naar boven getrokken
wordt om hem in te schakelen.
WAARSCHUWING
Maak geen gebruik van deze machine
tenzij alle veiligheidssystemen goed
werken zoals hierboven beschreven
staat.
CHECKLIST OM TE STARTEN
Zorg voor een goede gebruiksgewoonte en
verhoog de mate van veiligheid van de gebruiker
door de volgende handelingen routinematig te
checken elke dag dat u de machine gebruikt:
• Loop om de machine heen en controleer met
het oog voor losse of missende onderdelen.
Zorg er voor dat alle onderdelen goed
Figuur 3
Advertenties
Inhoudsopgave
