Inhoudsopgave
Advertenties
Verklaring
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissies –
Voor alle UITRUSTINGEN en SYSTEMEN
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissies
De MD300C2 pulsoximeter is bedoeld voor gebruik in de hieronder verduidelijkte elektromagnetische omgeving. De consument of
gebruiker van de MD300C2 pulsoximeter moet zich ervan vergewissen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Emissietest
RF-emissies CISPR 11
RF-emissies CISPR 11
Harmonische emissies
IEC 61000-3-2
Spanningsfluctuaties/
flikkeringsemissies
IEC 61000-3-3
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit –
Voor alle UITRUSTINGEN en SYSTEMEN
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
De MD300C2 pulsoximeter is bedoeld voor gebruik in de hieronder verduidelijkte elektromagnetische omgeving. De consument of gebruiker van de
MD300C2 pulsoximeter moet zich ervan vergewissen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest
Elektrostatische
ontlading (ESD)
IEC 61000-4-2
Netfrequentie
(50/60 Hz) magnetisch veld
IEC 61000-4
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit – Voor alle UITRUSTINGEN en
SYSTEMEN die niet LEVENSVOORZIENEND zijn
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
De MD300C2 pulsoximeter is bedoeld voor gebruik in de hieronder verduidelijkte elektromagnetische omgeving. De consument of gebruiker van de
MD300C2 pulsoximeter moet zich ervan vergewissen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest
Gestraald
RF
IEC
61000-4-3
OPM. 1 Bij 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing.
OPM. 2 Het is mogelijk dat deze richtlijnen niet in alle situaties van toepassing zijn. Elektromagnetische verbreiding wordt beïnvloed door absorptie- en
reflectiestructuren, voorwerpen en mensen.
a Veldsterkten van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (cellulair/draadloos) en landmobiele radio's, amateurradio's, AM- en FM-radio-
uitzendingen en TV-uitzendingen kunnen theoretisch gezien niet met nauwkeurigheid worden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving als gevolg
van vaste RF-zenders te beoordelen, moet een elektromagnetisch locatieonderzoek worden overwogen.
Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar de pulsoximeter (MD300C2) staat moet worden geobserveerd om de normale werking te controleren. Als
abnormale prestaties worden waargenomen, kunnen aanvullende metingen nodig zijn, zoals het heroriënteren of verplaatsen van de pulsoximeter
(MD300C2).
b Over het frequentiegebied 150 kHz tot 80 MHz moeten de veldsterkten minder dan 3 V/m bedragen.
v. 09/04/2021
Conformiteit
Groep 1
Klasse B
Niet van toepassing
Niet van toepassing
IEC 60601-testniveau
+/- 6 kV contact
+/- 8 kV lucht
3 A/m
IEC 60601-
Conformiteits-
testniveau
niveau
3 V/m
3 V/m
80 MHz to
2,5 GHz
D.SPEC. 05.5 Pulse Oxymètre MD300-C29 – Mode d'emploi NL
Elektromagnetische omgeving - richtsnoeren
De MD300C2 pulsoximeter maakt enkel voor zijn
interne werking gebruik van RF-energie. Zijn RF-emissies zijn dan ook
heel laag. De kans dat ze interferentie veroorzaken in elektronische
apparatuur in de buurt
is heel klein.
De pulsoximeter (MD300C2) is geschikt voor
gebruik in alle inrichtingen, met inbegrip van woonhuizen en infrastructuren
die rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare laagspanningsnet dat
gebouwen voorziet van stroom voor huishoudelijke
doeleinden.
Conformiteitsniveau
Elektromagnetische omgeving - richtsnoeren
+/- 6 kV contact
Vloeren moeten van hout, beton of keramische tegels zijn.
+/- 8 kV lucht
Indien de vloer is bedekt met een synthetisch materiaal
moet de relatieve vochtigheid minstens 30% bedragen.
3 A/m
De magnetische velden van de netfrequentie moeten zich
bevinden op niveaus die kenmerkend zijn voor een
typische locatie in een typische commerciële of
ziekenhuisomgeving.
Elektromagnetische omgeving – richtsnoeren
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur mag niet dichter bij onderdelen
van de pulsoximeter (MD300C2) worden gebruikt, snoeren inbegrepen, dan de
aanbevolen scheidingsafstand berekend uit de vergelijking die van toepassing is op
de frequentie van de zender.
Aanbevolen scheidingsafstand
80 MHz tot 800 MHz
800 MHz tot 2,5 GHz
Waarbij P het maximale uitgangsvermogen van de zender in watt (W) is volgens de
fabrikant van de zender en d de aanbevolen scheidingsafstand in meter (m).
Veldsterkten van vaste RF-zenders, zoals bepaald door een elektromagnetisch
locatieonderzoek, moeten in elk frequentiegebied lager zijn dan het
conformiteitsniveau. b
Er kan interferentie optreden in de buurt van apparatuur die is gemarkeerd met het
volgende symbool:
7/10
Advertenties
Inhoudsopgave
