Vinger pulsoximeter
Algemene beschrijving
De zuurstof hecht zich aan de hemoglobine in de rode bloedcellen in de longen. Ze wordt door het lichaam vervoerd via het arterieel bloed. Een pulsoximeter gebruikt twee
lichtfrequenties (rood en infrarood) voor de bepaling van het percentage (%) hemoglobine in het bloed dat wordt verzadigd met zuurstof. Dat percentage wordt
zuurstofsaturatie of
SpO2 genoemd. Een pulsoximeter meet en toont de hartslag en meet tegelijk het niveau van de SpO2.
Schema van het werkingsprincipe (Afb. 2)
1. Buisje voor emissie van rode en infrarode straling.
2. Buisje voor ontvangst van rode en infrarode straling.
Voorzorgsmaatregelen vóór gebruik
1. Lees eerst aandachtig deze handleiding voor u het toestel in gebruik neemt.
2. Gebruik de digitale pulsoximeter niet in de buurt van een elektro-chirurgisch instrument (ESU). Het kan de werking van dit apparaat verstoren.
3. De pulsoximeter moet zo worden geplaatst dat de hartslag correct kan worden gemeten.
Het voornaamste doel is immers een betrouwbare meting van de zuurstofsaturatie (SpO2). Controleer, voor u de zuurstofsaturatie gaat bepalen, dat er niets de correcte
meting van de hartslag in de weg staat.
4. Gebruik de saturatiemeter niet in de buurt van een MRI-toestel ('Magnetic resonance imaging') of CT-toestel ('computertomografie').
5. Gebruik de pulsoximeter niet in een situatie die om de aanwezigheid van alarmsystemen vraagt. Dit apparaat is immers niet voorzien van een alarm en dient dus niet
voor een continue controle.
6. Gebruik de saturatiemeter niet in een explosieve omgeving.
7. De pulsoximeter moet de gezondheid van de patiënt helpen inschatten. Hij moet worden gebruikt als aanvulling op andere methoden voor de beoordeling van symptomen
en klinische tekenen.
8. Om een beter inzicht te krijgen in de juiste plaatsing van de sensor en om niet alleen de doorbloeding maar ook de 'huidgevoeligheid' van de patiënt te controleren, moet
de gebruikszone van de pulsoximetersensor regelmatig (om de 30 minuten) worden gecontroleerd.
9. Steriliseer het toestel niet met een autoclaaf, ethyleenoxide of onderdompeling in een vloeistof. Dit apparaat mag niet worden gesteriliseerd.
10. Volg de plaatselijke wetgeving en recyclinginstructies voor het weggooien en recyclen van dit type van instrument en zijn onderdelen (inclusief batterijen).
11. Dit apparaat voldoet aan de eisen van norm CEI 60601-1-1-2 (2007) inzake de elektromagnetische compatibiliteit van 'elektromedische' systemen en/of apparatuur.
Door de toename van RF-zendapparatuur en andere bronnen van 'elektrische' overlast in de gezondheidszorg en andere omgevingen, is het echter mogelijk dat hoge
niveaus van interferentie door een verhoogde nabijheid of grote kracht van een bron kunnen leiden tot verminderde prestaties van dit toestel.
12. Mobiele en draagbare RF-communicatieapparatuur kan storingen veroorzaken in elektrische apparatuur voor medisch gebruik.
13. Dit instrument is niet bedoeld voor gebruik tijdens het vervoer van patiënten buiten de zorginstelling.
14. Gebruik dit apparaat niet op of in de buurt van een ander apparaat.
15. Demonteer, repareer of wijzig het apparaat niet zonder toestemming.
16. Deze materialen, die in contact komen met de huid van de patiënt, de medische siliconen en de ABS-kunststofbehuizing, hebben alle de
ISO10993-5-tests voor in-vitrocytotoxiciteit doorstaan, net als de ISO10993-10-tests voor irritatie en vertraagde overgevoeligheid.
'Rx only' (letterlijk 'enkel op voorschrift'): 'Opgelet: de federale wet beperkt de verkoop van dit apparaat tot gezondheidsprofessionals.'
Onnauwkeurige metingen kunnen toe te schrijven zijn aan:
1. Significante niveaus van disfunctioneel hemoglobine (carboxyhemoglobine of methemoglobine);
2. Intravasculaire kleurstoffen (indocyaninegroen of methyleenblauw);
3. Te fel omgevingslicht. Bescherm zo nodig de zone waar de sensor wordt geplaatst;
4. Hevige bewegingen van de patiënt;
5. Defibrillators en interferentie van zogenaamde 'hoogfrequente' elektro-chirurgische apparatuur;
6. Veneuze hartslag;
7. Plaatsing van een sensor op een vingertop met een bloeddrukmanchet, een arteriële katheter of een intravasculaire lijn;
8. Hypotensie, ernstige vasoconstrictie, ernstige anemie of hypothermie van de patiënt;
9. Hartstilstand of stress bij de patiënt;
10. Nagellak (kleurinterferentie) of de aanwezigheid van kunstnagels;
11. Slechte kwaliteit van de hartslag (lage perfusie);
12. Laag hemoglobinegehalte.
Contra-indicatie
Niet geschikt voor continu toezicht.
Eigenschappen van het product
1. 2-kleuren OLED-display voor SpO2, PR, hartslagindicator en golven.
2. Laag energieverbruik; indicator zwakke batterij
3. Automatische uitschakeling; 2 AAA-alkalinebatterijen
4. Instelbare helderheid, 6 weergavemodi
5. Als er geen signaal of een zwak signaal is, wordt de pulsoximeter na 8 seconden automatisch uitgeschakeld
Beoogd gebruik
De vingerpulsoximeter is een niet-invasief, draagbaar apparaat voor het ter plaatse controleren van de zuurstofsaturatie van arteriële hemoglobine (SpO2) en de hartslag
van volwassen, adolescente en pediatrische patiënten in ziekenhuizen, zorginstellingen en thuiszorg.
Werking
1. Plaats twee AAA-batterijen met de juiste polariteit in het batterijvak en sluit het deksel.
2. Druk op de klem, zoals getoond in de afbeelding.
3. Plaats een vinger in de rubberen opening van de oximeter (bij voorkeur diep) en laat de klem los.
4. Druk één keer op de schakelaar op het voorpaneel.
5. Uw vinger mag niet trillen tijdens de werking van de oximeter. We raden u aan stil te blijven zitten.
6. Lees de gegevens op het schermpje.
7. Zes weergavemodi (Afb. 3)
Plaatsing van de batterijen
1. Plaats de batterijen in de batterijhouder van het apparaat. Let daarbij op hun polariteit
(+/-), aangegeven in de batterijhouder. Een verkeerde plaatsing van de batterijen kan leiden tot schade aan de pulsoximeter.
2. Plaats het deksel weer op de batterijhouder. (Afb. 4)
OPGELET:
• Let op de polariteit (de tekens +/-). Een verkeerde plaatsing kan het apparaat ernstig beschadigen.
• Verwijder de batterijen wanneer het apparaat gedurende lange tijd niet wordt gebruikt.
Aanbreng van de draagband
1.
Steek het dunste deel van de draagband in het daartoe voorziene gaatje.
2.
Steek het breedste deel van de draagband door het dunste deel en trek stevig aan.
(Afb. 5)
WAARSCHUWING!
• Bewaar de oximeter buiten het bereik van kinderen. Ze kunnen stikken in kleine onderdelen zoals het deksel van de batterijhouder, de batterijen en het koord.
• Hang het apparaat niet op aan het elektriciteitssnoer
v. 09/04/2021
D.SPEC. 05.5 Pulse Oxymètre MD300-C29 – Mode d'emploi NL
.
4/10