Als deze voorwaarden tegelijkertijd overeenkomen, wordt de retourklep geopend.
De voorwaarden voor het sluiten van de klep:
Als de retourwatertemperatuur> L6 is, sluit de retourklep.
19.3.10 Automatische procedure
Als er geen bedieningspaneel is of als het beschadigd is, zal elke minuut een
systeemtest uitgevoerd worden. Dus als er geen bedieningspaneel is, wordt het automatisch
gecontroleerd.
Met automatische afvoer:
Vooraf ingestelde watertank-temperatuur = 55°C
Vooraf ingestelde afvoerwater-temperatuur = 50°C
Afwijkingswaarde van de watertank-temperatuur = 0
Temperatuur verschillen in de compressor kunnen optreden nadat de compressor is gestopt
= 5°C
Ontdooiproces = 35 minuten
Temperatuur als het systeem schakelt over naar ontdooimodus = -5°C
Ontdooitijd = 8 minuten
Temperatuur aan het einde van het ontdooiproces = 20°C
Temperatuur aan het begin van het elektrische verwarmingsproces = 10°C
Retourwater-temperatuur = 45°C
Watertoevoer-temperatuur = 40°C
Mate van oververhitting = 0°C
Geen test vooran de compressor voorinstellingen
20 Veiligheid
20.1 Compressor-beveiliging
Om de compressor te beschermen tegen overmatige belastingen en om de levensduur te
verlengen, heeft de compressor blokkeertijden. Elke keer dat de compressor wordt
uitgeschakeld, wordt een blokkeertijd van 3 minuten ingevoerd. Pas na drie minuten kan de
compressor weer starten. De compressor kan in deze drie minuten niet worden
ingeschakeld.
www.woud-energieadvies.nl
pagina 38 van 44