19.2 Besturing van de extra elektrische verwarming
19.2.1 Bepaling van de extra elektrische verwarming bij het starten
Zoals hierboven reeds beschreven kan de warmtepomp een extra elektrische verwarming
aansturen in de vorm van een elektrisch verwarmingselement. Hiervoor wordt een, op de
HSF-poort op het moederbord, beveiligingsrelais aangesloten. Via dit relais wordt dan
bijvoorbeeld een, in de buffertank aangebracht, verwarmingselement aangestuurd. Om het
verwarmingselement in te schakelen moet aan de volgende fabrieksinstellingen en
voorwaarden worden voldaan:
A. Warmwater status bij verwarming;
B. Watertanktemperatuur + 5°C <vooraf ingestelde temperatuur
C. Watertanktemperatuur <45°C
D. Buitentemperatuur <L5
Al deze waarden werden gemeten op hetzelfde moment dat de extra elektrische verwarming
wordt gestart.
19.2.2 Voorschriften voor beëindiging van de extra elektrische
verwarming
A. Bij een gedwongen ontdooiproces
B. Watertank-temperatuur> ingestelde temperatuur
C. Watertanktemperatuur > 50°C
D. Buitentemperatuur> L5
19.3 Sequentie van het ontdooiproces
Mits er geen standaardinstellingen zijn gemaakt, zal het ontdooien worden uitgevoerd zoals
gespecificeerd door het systeem. Als u de instellingen wijzigt, wordt de gewijzigde methode
overgenomen.
19.3.1 Bepaling van het geforceerd ontdooiproces
A. De cumulatieve looptijd van de compressor bedraagt 35 minuten bij verwarming en loopt
dan nog 6 minuten.
B. De temperatuur van de koperen leiding van de verdamper is volgens H2 (de
oorspronkelijke waarde -1°C, instelbaar).
Als aan beide voorwaarden A en B is voldaan, kunt u het ontdooiproces starten.
www.woud-energieadvies.nl
pagina 35 van 44