INHOUDSOPGAVE Veiligheidsinstructies Algemene informatie Toepassingsgebied Werking van de warmtepomp Energiebesparend gebruik van het verwarmingssysteem van de warmtepomp Leveringsomvang Instructiestransport en installatie Installatie binnenshuis Buitenopstelling Montage van warmwateraansluitingen Elektrische aansluiting Technische factsheet Instructies warmtepomp-bedieningsunit 14.1 Samenvatting Technische gegevens 15.1 Gebruiksvoorwaarden 15.2 Nauwkeurigheid temperatuurregeling: 1 ° C 15.3 De besturing voldoet aan de volgende eisen De basisfuncties 16.1 Besturing...
Pagina 3
18.2.8 Koelmodus A. Parametrering en gegevensopvraag B. Functie-instellingen C. Weergave van foutcodes en alarmen Functiebeschrijving 19.1 Verwarming 19.1.1 Warmwaterboilers 19.1.1.1 Stroomschema van warmwaterboilers 19.1.1.2 Controle van de koudwatertoevoer 19.1.1.3 Doorlopende controle 19.1.2 Onmiddellijke verwarming 19.1.3 Het inlaatwater regelen 19.2 Besturing van de extra elektrische verwarming 19.2.1 Bepaling van de extra elektrische verwarming bij het starten 19.2.2 Voorschriften voor beëindiging van de extra elektrische verwarming 19.3 Sequentie van het ontdooiproces...
1.Veiligheidsinstructies In deze beschrijving worden bij belangrijke instructies, die betrekking hebben op de persoonlijke bescherming en de technische bedrijfsveiligheid, de volgende symbolen en tekens gebruikt: Geeft instructies aan die nauwkeurig moeten worden opgevolgd om te gevaar te voorkomen of om persoonlijk letsel te voorkomen en om storingen en schade aan het apparaat te voorkomen.
Algemene informatie Bij installatie, inbedrijfstelling, onderhoud, reparatie moeten de volgende voorschriften en richtlijnen in acht worden genomen: De installatie, aansluiting en inbedrijfstelling van het warmtepompsysteem moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde specialist in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke voorschriften, richtlijnen en montage-instructies. De hellingshoek van de warmtepomp tijdens transport en tijdens installatie mag niet groter zijn dan 30°.
Pagina 6
Bij de installatie moet de warmtepomp stevig aan het oppervlak worden verankerd, zodat deze tijdens in bedrijf stellen of operationeel zijn niet kan wegglijden of vallen. De warmtepomp voor buitenshuis mag alleen buiten worden geïnstalleerd. Bij installatie in Oostenrijk: De voorschriften en bepalingen van de ÖVE en de plaatselijke energieleverancier moeten in acht worden genomen.
Toepassingsgebied Deze warmtepomp is ontworpen voor gebruik van ruimteverwarming of verwarming van water voor huishoudelijk gebruik. Het is een hoogefficiënte warmtepomp voor buitenlucht-temperaturen tussen -15 en 45 graden Celsius en aanvoertemperaturen tot 60 graden Celsius. Werking van de warmtepomp De warmtepomp werkt volgens een heel eenvoudig principe. De energie in de buitenlucht wordt via de luchtwarmtewisselaar in het systeem opgenomen en via een compressie-proces overgebracht door het koelmiddel naar de warmwater-warmtewisselaar.
Energiebesparend gebruik van het verwarmingssysteem van de warmtepomp Door de aanschaf van deze warmtepomp heeft u gekozen voor een zeer milieuvriendelijke en energiebesparend verwarmingssysteem. Om het systeem zo efficiënt mogelijk te maken, vragen wij u bij de installatie rekening te houden met onderstaande maatregelen en componenten.
De warmtepomp mag alleen worden gereinigd met milde reinigingsmiddelen zonder chloor. Na het reinigen moet de warmtepomp met een doek droog worden geveegd. Leveringsomvang De leveringsomvang omvat als volgt: 1x warmtepomp MD30D 1x bedieningselement (bediening) 1x instructies In voorkomende gevallen kan een vervangende sensor bij de instructies aanwezig zijn, bewaar deze dan.
Instructiestransport en installatie Om schade tijdens het transport te voorkomen, is de warmtepomp rechtop in een houten kist op een houten pallet verpakt. Deze houten kist moet met een pallettruck naar de installatieplaats worden vervoerd en mag alleen op de installatieplaats worden uitgepakt. Let op kantelgevaar tijdens transport met de pallettruck! Let op het gewicht van de warmtepomp! Installatie binnenshuis...
van de afvoerleiding moet zo zijn ontworpen dat het water doorlaat, zodat het condensaat niet bevriest bij lage buitentemperaturen. De volgende minimumafstanden moeten in acht worden genomen: Bij warmtepompen met een ventilator-opening aan de voorkant, en niet aan de bovenkant (type MD10D), moet ervoor worden gezorgd dat de minimumafstand van 3000 mm aan de voorkant nog steeds is gegarandeerd.
Pagina 12
Overstortventiel De installatie van een overstortventiel is niet nodig. Bufferopslagtank Voor dit systeem kunnen twee varianten bufferopslagtanks worden gebruikt. ● Buffertank met warmtewisselaar voor warmtepomp (zorg voor voldoende afmetingen) ● Buffertank zonder warmtewisselaar, met directe aansluiting (waterwaarden in acht nemen) De afmetingen van de buffertank vindt u in de technische gegevens.
Montage aan- afvoer De warmtepomp heeft twee aansluitingen genaamd "Inlet" (aanvoer) en "Outlet” (afvoer). De Outlet is de warme kant en de Inlet is de koude kant. De afmetingen en materialen die nodig zijn voor de leidingen, zijn te vinden in de technische gegevens.
Pagina 14
1. L L is de fase, hier wordt de bruine draad afkomstig van de zekering (fase) aangesloten 2. N N is de neutrale draad. Meestal aangesloten op het lichtnet met een blauwe draad. 3. /// - Aarding De aarding wordt aangesloten op de aarding met een groen-gele draad. 4.
Pagina 15
De installatie moet als volgt van links naar rechts worden uitgevoerd: 6. A A is fase L1, hier is de lijn afkomstig van de zekering (fase), bruine draad is aangesloten. 7. B B is fase L2, hier is de lijn afkomstig van de zekering (fase), zwarte draad is aangesloten.
Pagina 16
Temperatuursensor van de tank De besturing van de warmtepomp biedt de mogelijkheid om een temperatuursensor van de bufferopslag aan te sluiten. Deze moet in het onderste gedeelte van de buffertank geïsoleerd worden geïnstalleerd met een geschikte dompelhuls. Zorg ervoor dat de lengte van de sensor beperkt is.
De lucht / water-warmtepomp met waterdamp - koelcircuit voor huishoudelijke gebruik en soortgelijke doeleinden. Antiblokkering, komt overeen met GB4343.2-1999 De printplaat voldoet aan de normen van GB4588.1 en GB4588.2 De basisfuncties 16.1 Besturing 1. Functie voor verwarmen en koelen van water 2.
Hoofdbord 17.1 Ingang besturingsbord (functies) - Verandering naar laag waterniveau (veranderen en testen) - Overschakelen naar hoog waterniveau (veranderen en testen) - Overschakelen naar hoge druk - Waterdruk wijzigen - Veranderen of controleren van het gemiddelde waterniveau - Schakel over op diepdruk - Veranderen van de stroom - Driefasige stroom A-B-C-N 17.2 Uitgang besturingsprintplaat...
18.2 Inbedrijfstelling Zodra de stroom voor de warmtepomp via de zekering in de zekeringenkast wordt ingeschakeld, schakelt de warmtepomp de regeleenheid in. De achtergrondverlichting wordt automatisch ingesteld op helder. De besturingseenheid geeft een pieptoon en schakelt het de toetsenblokkering in. Dit is de beginsituatie nadat de warmtepomp voor het eerst is ingeschakeld.
18.2.3 Instellingen buffertank-temperatuur Om een gemakkelijke werking van de warmtepomp te garanderen, is dit systeem zo ontworpen dat u alleen de temperatuur van de buffertank instelt en de warmtepomp vervolgens de buffertank automatisch verwarmt tot de ingestelde temperatuur. Behalve voor het instellen van de buffertank-temperatuur zijn er in principe geen verdere instellingen nodig.
Druk, terwijl de toetsvergrendeling is uitgeschakeld, op de knop "timer" en voer de tijdinstellingen als volgt in: Selecteer eerst het "hour" in het eerste deel van de tijdinstellingen om de inschakeltijd te definiëren. Druk vervolgens opnieuw op de "timer" -knop en bepaal de minuten. Druk vervolgens opnieuw op "timer"...
Eerst wordt het huidige uur ingesteld (24-uurs klok). De huidige minuten kunnen worden ingesteld door nogmaals"timer" -knop te drukken. Druk nogmaals op "timer" en de tijd wordt opgeslagen. Opmerking: controleer de ingestelde tijd elke maand en pas deze aan als er afwijkingen zijn.
A. Parametrering en gegevensopvraag Druk kort op de “setting”-knop om het menu te openen. Codes A1 tot A9 kunnen nu worden opgevraagd. Deze gelden voor warmtepompen met een compressor (bijv.MD30D). Druk nogmaals op “setting” en de codes voor warmtepompen met twee compressoren worden weergegeven (B1-B9).
B. Functie-instellingen Het bedieningspaneel heeft de mogelijkheid om parameters die al in de fabriek zijn ingesteld aan te passen. Deze parameters zorgen er in het algemeen voor dat het systeem naar behoren werkt echter ze kunnen worden aangepast als de warmtepomp niet werkt zoals bedoeld.
Pagina 29
Buitentemperatuur aan het begin van 0°C - -35°C (0 staat voor niet- elektrische verwarming (HSF-poort - Verwarmingselement elektrische (optioneel)) verwarming) Retourwatertemperatuur 30°C - 65°C 45°C (niet relevant) Temperatuur als koelwater is 20°C - 60°C 20°C (20°C als toegestaan (niet relevant) koelwater niet is toegestaan) Compressor-stroom...
Toegestane temperatuur van de 70°C - 135°C 90°C afvoerlucht bij aanpassing van het expansieventiel (waarde niet wijzigen) Openingshoek van de elektronische 0 - 55 graden 50 graden expansieklep tijdens ontdooien (waarde niet wijzigen) Kleinste openingshoek van de 6 - 30 graden 15 graden elektronische expansieklep (waarde niet wijzigen)
Pagina 31
beschikbaar is, of als de waterstroom-schakelaar correct ingesteld is, dan wordt fout 03 weergegeven. Fout 03 is ook terug te voeren op het ontbreken van waterstroom-schakelaar.. Om redenen van garantie is de waterstroom-schakelaar een noodzakelijk onderdeel van het systeem en moet apart worden aangeschaft.
Pagina 32
Uitlaatlucht-sensor Vervang de uitlaatluchtsensor. beschadigd Sensor voor Vervang de sensor voor de buitentemperatuur. buitentemperatuur beschadigd Retourwatersensor Vervang de retourwater-temperatuursensor. beschadigd Waterniveauschakelaar Vervang de waterniveausensor. beschadigd Flowsensor beschadigd Vervang de flowsensor Gasrecirculatiesensor Vervang de gasrecirculatiesensor beschadigd Waterdrukschakelaar Vervang de sensor voor de beschadigd waterdrukschakelaar.
Functiebeschrijving 19.1 Verwarming 19.1.1 Warmwaterboilers 19.1.1.1 Stroomschema van warmwaterboilers Wanneer de warmtepomp wordt ingeschakeld, gebeurt het volgende in deze volgende volgorde en tijd: Inschakelen → schakelaar voor waterniveau controleren → schakelaar voor waterdruk controleren → waterpomp gedurende 16 seconden laten lopen → verschildrukschakelaar controleren→...
19.1.1.3 Doorlopende controle 19.1.2 Onmiddellijke verwarming Inschakelen → waterdrukschakelaar controleren → openen van de watertoevoerklep→ ventilatie inschakelen → compressor inschakelen → als een hoog waterpeil is bereikt, zal de kraan van de watertoevoer sluiten. Als de temperatuur van de watertank de vooraf ingestelde waarden niet heeft bereikt, schakel de waterpomp in.
19.2 Besturing van de extra elektrische verwarming 19.2.1 Bepaling van de extra elektrische verwarming bij het starten Zoals hierboven reeds beschreven kan de warmtepomp een extra elektrische verwarming aansturen in de vorm van een elektrisch verwarmingselement. Hiervoor wordt een, op de HSF-poort op het moederbord, beveiligingsrelais aangesloten.
Het ontdooi-symbool verschijnt op het LCD-scherm totdat het proces is voltooid. Wanneer het ontdooiproces is voltooid, wordt de cyclus van de waterpomp en de vierwegklep van de compressor ingeschakeld. De ventilatie en de thermostaat worden uitgeschakeld. C. Procedure voor ontdooien De compressor is uitgeschakeld, de ventilatie is uitgeschakeld.
19.3.4 Koelmodus inschakelen Nadat de warmtepomp is ingeschakeld, drukt u gedurende 8 seconden op “up”, als u een pieptoon hoort, kunt u de vinger weghalen en bent u in de koelmodus. Druk nogmaals 8 seconden op de “up”-knop, wanneer je weer een pieptoon hoort, kun je knop loslaten.
Als deze voorwaarden tegelijkertijd overeenkomen, wordt de retourklep geopend. De voorwaarden voor het sluiten van de klep: Als de retourwatertemperatuur> L6 is, sluit de retourklep. 19.3.10 Automatische procedure Als er geen bedieningspaneel is of als het beschadigd is, zal elke minuut een systeemtest uitgevoerd worden.
20.2 Waterstroombeveiliging / stroombewaking De warmtepomp controleert de waterstroom behulp van een, los verkrijgbare maar noodzakelijke, waterstroom-sensor. Pas als het debiet hoog genoeg is zal de warmtepomp ingeschakeld worden. 20.3 Bescherming van de afvoerlucht-temperatuur Bescherming tegen te hoge afvoerlucht-temperaturen: Als de temperatuur van de afvoerlucht> 115°C is en gedurende de laatste 30 seconden dan is de systeemtemperatuur te hoog, sluit dan de uitlaat.
20.5 Vacuümbescherming Bescherming tegen vacuüm. Als de vacuümregelaar 3 keer per uur niet verbonden is, wordt er op het meldingdisplay een fout weergegeven en gaat er een alarm af. De compressor wordt dan uitgeschakeld, de ventilatie en de waterpomp worden ook uitgeschakeld. Wanneer de verbinding met de vacuümregelaar is hersteld, moet u 3 minuten wachten voordat de compressor opnieuw opstart.
20.9 Waterdruk bescherming Functie voor bescherming tegen waterdruk: koud water opent het magneetventiel. Nadat de regelaar de waterdruk heeft bepaald, schakelt hij elke 6 seconden uit. Alle uitgaande signalen worden gestopt, er wordt een foutcode weergegeven totdat de waterdruk is hersteld.
21. CE-certificering www.woud-energieadvies.nl pagina 43 van 44...
Pagina 44
22. Importeur Importeur van de goederen is de hieronder vermelde onderneming. Reserveonderdelen en andere technische informatie kunt u rechtstreeks bij de importeur verkrijgen. Meinardwei 78 9047 KD Minnertsga Nederland Contactgegevens: E-mail: info@bosma-enegieadvies.nl Website: www.bosma-energieadvies.nl Cees +31-(0)683360829 +49-15124913835 Woud +31-(0)646202622 KvK-Nr. 01114698 Btw-Nr.