Eerst wordt het huidige uur ingesteld (24-uurs klok). De huidige minuten kunnen worden
ingesteld door nogmaals"timer" -knop te drukken. Druk nogmaals op "timer" en de tijd wordt
opgeslagen.
Opmerking: controleer de ingestelde tijd elke maand en pas deze aan als er
afwijkingen zijn.
18.2.7 Automatische ontdooiing / bescherming tegen ijsvorming
Door de fysische eigenschappen tijdens het opwekken van warmte door een
warmtepomp, en de daaraan gerelateerde natuurwetten, kan de luchtwarmtewisselaar van
de warmtepomp onder bepaalde omstandigheden bevriezen. Dit is meestal het geval
wanneer de temperatuur van de warmtewisselaar zo ver daalt dat de uitgeblazen lucht een
temperatuur onder 3 graden Celsius bereikt en de warmtewisselaar een temperatuur onder
0 graden Celsius bereikt. Dit fenomeen doet zich meestal voor bij een buitentemperatuur
van minder dan 8 graden Celsius. Het proces kan als volgt worden uitgelegd. Het vocht in de
lucht condenseert op de luchtwarmtewisselaar en bevriest daar als het onder de 0 graden
Celsius zakt (onder bepaalde omstandigheden zelfs daarboven). Hoe hoger de
luchtvochtigheid, hoe meer ijs er wordt verzameld. Hoe kouder de buitentemperatuur, hoe
sneller de warmtewisselaar zal bevriezen.
Een ijzige warmtewisselaar kan geen energie uit de omgeving opnemen, daarom
zorgt de warmtepomp ervoor dat de warmtewisselaar afhankelijk van het weer continu wordt
ontdooid. Het smeltende ijs vormt water dat via de afvoer in de vloer van de warmtepomp
wegstroomt. Dit proces wordt meestal automatisch uitgevoerd. De warmtepomp is echter
niet altijd aan dezelfde voorwaarden onderworpen en wordt onder dezelfde omstandigheden
geïnstalleerd wordt. Het is dus absoluut noodzakelijk om de parameters voor ontdooien in te
stellen.
We raden u aan dit alleen te doen als u merkt dat er ijsvorming op de warmtepomp
aanwezig is en dat de warmtepomp aan het einde van het ontdooiproces nog steeds
bevroren is.
U kunt deze instellingen als volgt maken (zie ook instellingen functie-H1 - H4):
Het ontdooiproces forceren:
Wanneer de warmtepomp draait en de compressor draait, drukt u 8 seconden op "down", u
hoort een piepje, u kunt de knop los laten. Dan bevindt u zich in de ontdooi-modus. Als de
verdamper-temperaturen overeenkomen met de standaardinstellingen of als de
geselecteerde ontdooitijd is bereikt, wordt de ontdooi-modus automatisch beëindigd.
18.2.8 Koelmodus
De warmtepomp kan niet alleen verwarmen, maar kan ook koelen. In de zomer gebruik je
bijvoorbeeld je vloerverwarming om een koel binnenklimaat te creëren. Om de koelmodus in
te schakelen moet u te het volgende doen met de toetsvergrendeling uitgeschakeld:
www.woud-energieadvies.nl
pagina 26 van 44