Inhoudsopgave
Advertenties
Type lokale instellingen
Individuele binnenunits
Groepen binnenunits
Afstandsbediening
Standaardwaarden
De standaardwaarden van lokale instellingen verschillen naar gelang
van het model van de binnenunit. Voor meer informatie, zie de
servicehandleiding van de binnenunits. Voor de volgende lokale
instellingen zijn de standaardwaarden dezelfde voor alle modellen
van binnenunits:
Lokale instelling
Thermostaatsensor
Setback
Raamcontact B1
Sleutelkaartcontact B2
Bereik uitblaasrichting
Thermostaatsensor controller
Overlaptijd rotatie
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
Procedure
▪ Stel het type lokale instelling in
op "Binnenunit".
▪ Definieer een stand. In de
tabel met lokale instellingen
staat
dit
nummer
tussen
haakjes in de kolom "Mode".
▪ Definieer de unit waarvoor de
instelling
geldt
door
een
unitnummer in te stellen.
▪ Tik op het rechtervlak in de
app
om
de
instelling
te
definiëren. In de tabel met
lokale instellingen staan de
instellingen in de kolom SW.
▪ Definieer een waarde voor die
instelling.
▪ Stel het type lokale instelling in
op "Binnenunit".
▪ Definieer een stand. In de
tabel met lokale instellingen
staat dit nummer NIET tussen
haakjes in de kolom "Mode".
▪ Stel GEEN unitnummer in (de
instellingen gelden voor alle
units van de groep).
▪ Tik op het rechtervlak in de
app
om
de
instelling
te
definiëren. In de tabel met
lokale instellingen staan de
instellingen in de kolom SW.
▪ Definieer een waarde voor die
instelling.
▪ Stel het type lokale instelling in
op "Afstandsbediening".
▪ Definieer een stand.
▪ Tik op het rechtervlak in de
app
om
de
instelling
te
definiëren. In de tabel met
lokale instellingen staan de
instellingen in de kolom SW.
▪ Definieer een waarde voor die
instelling.
Standaardwaarde
02
04
02
02
02
02
03
INFORMATIE
▪ Sommige
lokale
wanneer u op de binnenunit optionele accessoires
aansluit.
Voor
montagehandleiding van het optionele accessoire.
▪ Voor details over de specifieke lokale instellingen van
elk type binnenunit, zie de montagehandleiding van de
binnenunits.
▪ Lokale instellingen van de buitenunit kunnen alleen op
de printplaat van de buitenunit worden geconfigureerd.
Voor meer informatie, zie de montagehandleiding van
de buitenunit.
▪ Lokale instellingen die niet beschikbaar zijn voor een
aangesloten binnenunit worden niet weergegeven.
14.5.37 Unitrotatie
Activeer unitrotatie om de binnenunits afwisselend te laten werken
(één binnenunit wordt afwisselend niet gebruikt); dit verlengt de
levensduur en vergroot de betrouwbaarheid.
Unitrotatie is ontworpen voor units die in kritieke toepassingen
worden gebruikt (bijv. in serverruimten waar veel moet worden
gekoeld). Het systeem is dan uitgerust met een extra reserve-unit.
Door unitrotatie te activeren wordt dan het volgende mogelijk:
▪ Rotatie: omdat het systeem meer units telt dan vereist voor de
verwarmings-/koellast, kan één van de units bij normale werking
uitgeschakeld
blijven.
Na
rotatiecyclus"), begint de inactieve unit te werken en wordt een
actieve unit inactief (unitrotatie). Omdat de units slechts
afwisselend werken, wordt de levensduur van het systeem
verlengd.
▪ Backup: een reserve-unit zorgt voor systeemredundantie. Als een
actieve unit in storing gaat, schakelt de unitrotatie een inactieve
unit in.
A
A
B
A
Inactieve reserve-unit
B
Unit in storing
INFORMATIE
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer de
binnenunits onder groepsbesturing staan.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
14 Over de app
instellingen
kunnen
veranderen
meer
informatie,
zie
een
ingestelde
tijd
(de
A
de
"Tijd
45
Advertenties
Inhoudsopgave
