Meettraject van begin tot eindpunt afrijden (bij het
wegrijden springt de teller op „0"). Op het display
wordt oplopend de ontvangen impulsen aangegeven.
Tijdens de kalibratierit geen enkele
toets indrukken.
Weergave tijdens de kalibratierit
-
Na 100 m stoppen. Op het display wordt nu het
aantal verkregen impulsen getoond.
Eingabe
Input
indrukken, de weergegeven en
-
-
berekende
ijkwaarde
opgeslagen.
Weergave van het berekende ijkgetal
nogmaals indrukken en de opgeslagen
-
waarde controleren. Het display moet nu de
berekende waarde (Imp./100 m) weergeven.
De berekenende ijkwaarde in Tabel 4.1 invullen.
Tabel 4.1:
Grondsoortafhankelijke ijkwaarde "Imp./100m"
Grondsoort
zachte grond
gemiddelde grond
harde grond
Productbeschrijving
(Imp./100
m)
wordt
Imp./100m
3. Werkbreedte
Voor het berekenen van de bewerkte oppervlakte
heeft de AMASCAN PROFI gegevens nodig
over de werkbreedte. De werkbreedte als volgt invoe-
ren:
indrukken.
-
-
Met de toetsen
werkbreedte [m] op het display oproepen, bijv.
"3.00" voor 3 m werkbreedte.
Weergave van de werkbreedte
-
indrukken en daarmee de gekozen
waarde opslaan.
-
nogmaals indrukken en de opgeslagen
waarde controleren. Op het display moet nu de
gekozen waarde verschijnen, bijv. "3.00".
15
of
de gewenste
BAG 0025.2 01.14