Om de unit aan te zetten, gebruikt u de hoofdschakelaar. Zie voor het opstarten van de unit de
gebruiksaanwijzing (6 - Opstarten) en de softwarehandleiding (4.1 - De unit AAN/UIT zetten).
6. De koeler op afstand AAN/UIT zetten configureren
Op contact 11 t/m 14 op de bovenstaande aansluitterminal kunt u een fysieke aansluiting maken waarmee
u de unit op afstand AAN/UIT kunt zetten. Zie voor de precieze configuratie de softwarehandleiding (4.1 -
DE UNIT AAN/UIT ZETTEN).
De precieze bekabeling kan per unit verschillen. Zie het elektrische bedradingsschema van de koeler voor
meer informatie.
Hieronder vindt u de relevante parameters om het AAN/UIT zetten op afstand te configureren.
Sch.
Par.
FI01
1
FI01
2
7. Koelers instellen voor de rotatiemodus
Via de parameters SG01 – SG03 kunt u de rotatie tussen de koelers instellen. Als de koelers geforceerd
van STANDBY naar ON moeten gaan, stelt u dit in via SG10.
Zie de softwarehandleiding (7.7 - HET LAN-NETWERK CONFIGUREREN) voor een gedetailleerde
beschrijving van deze functionaliteit.
8
Omschrijving
PCO - Digitale
ingang forceren
inschakelen 1
PCO - Geforceerde
waarde digitale
ingang 1
Standaard
Speciale waarde
0
0
Bereik
Eenh.
0 = Nee
1 = Ja
0 = N.C.
1 = N.O.