10.1.1 Opwarmingsprofiel instellen
Met deze functie is het mogelijk verschillende opwarmingsprofielen in te stellen met
optimale aanpassing van de drogingkenmerken met het gebruikte monster.
De toets
10.1.1.1 Standaard drogen
Het pictogram getoond tijdens droging
De toets
56
e
op het 1
beeldscherm drukken.
drukken.
De toegankelijke opwarmingsprofielen
verschijnen:
•
Standaard drogen
•
Snel drogen
•
Beschermingsdrogen
•
Stapsgewijs drogen
Dit verwarmingsprofiel wordt bestemd voor
de meeste monsters. Het monster wordt
verwarmd tot de ingestelde
drogingtemperatuur, keuzemogelijkheid in
het bereik 35°C – 160°C.
Het wordt numeriek invoerscherm
afgelezen. De gewenste temperatuur
invoeren,
keuzemogelijkheid in het bereik 35°C –
160°C.
De ingevoerde waarde opslaan door op de
toets
te drukken of met de toets
afwijzen. De aanduiding keert terug naar
vorig beeldscherm.
DLT-BA-nl-1311