6. Problemen oplossen
M
OGELIJKE OORZAAK
1. De stekker van het apparaat is niet
aangesloten op het stopcontact.
2. De stekker is los komen te zitten.
3. Het stopcontact wordt niet met
energie gevoed.
4. De zekering is uitgeschakeld.
5. De spanning is te laag.
H
ET LAMPJE BRANDT
1. Defecte stroomvoorziening.
2. Motorlagering defect.
1. Motor defect.
1. Eenrichtingsklep lekt.
1. Motor niet goed vast.
2. Kap niet goed vast.
1. Te grote afstand kap-kookplaat.
2. Te veel tocht door openstaande
deuren en / of ramen.
1. Montagebeugel
gemonteerd.
2. Montageschroeven
aangedraaid.
S
H
ET APPARAAT WERKT HELEMAAL NIET
,
MAAR DE MOTOR WERKT NIET
A
BNORMALE MOTORISCHE
S
MEER VAN OLIE
A
PPARAAT TRILT
O
NVOLDOENDE ZUIG CAPACITEIT
A
PPARAAT IS INSTABIEL
niet
vast
niet
stevig
~
TORING
M
OGELIJKE MAATREGEL
1. Sluit het apparaat goed aan op het
stopcontact.
2. Controleer de zekering.
3. Controleer
stopcontact
apparaat in te schakelen.
4. Controleer de huisbeveiliging.
5. Vergelijk de gegevens op het
typeplaatje met de gegevens van uw
energieleverancier.
1. Controleer de stroomvoorziening.
2. Vervang motor.
-
GEUR
1. Vervang motor.
.
1. Sluit de eenrichtingsklep af.
.
1. Stel motor goed vast.
2. Stel kap goed vast.
1. Hang de kap lager.
2. Sluit de deuren / ramen.
.
1. Monteer de montagebeugel correct.
2. Draai de montageschroeven vast.
~
117
(
EN
.
het
betreffende
door
een
andere
.
.
.
)