Inhoudsopgave
Advertenties
NEDERLANDS
(fig. 3). Als de schuifrail al is aangelegd, moet het gat ook gedeeltelijk onder
de rail worden gegraven. Bij een eventuele verzakking van de fundering van
de rail, zakt zo ook de fundering van de reductiemotor en blijft de speling
tussen het rondsel en de heugel gelijk (ongeveer 1-2 mm).
GEBRUIKERSHANDLEIDING NEDERLANDS
• Plaats de grondplaat en houd u daarbij aan de afmetingen in figuur 4.
• Het symbool van het rondsel op de grondplaat moet zichtbaar zijn en zich aan
de kant van de poort bevinden. Op deze manier bent u er zeker van dat de
leidingen voor de elektrische kabels zich op de juiste plaats bevinden.
• Zorg ervoor dat de flexibele pijpen voor de elektrische aansluitingen uit
de grondplaat steken.
• Het kan handig zijn om twee ijzeren strippen onder de rail te lassen en
daaraan vervolgens de draadeinden te lassen (fig. 3). Zo blijft de grondplaat
in de juiste positie tijdens de installatie.
• Stort het beton zodanig dat het betonblok met de grondplaat een geheel
vormt met de fundering van de poortrail.
• Controleer het volgende zorgvuldig:
De plaatsingsafmetingen moeten juist zijn.
De grondplaat moet volledig waterpas zijn.
Op de vier uitstekende draadeinden mogen zich geen betonresten be-
vinden.
Laat het beton uitharden.
5.2) Andere posities
De reductiemotor kan op verschillende manieren worden geplaatst. Als
voorbeeld is in figuur 5 een speciale installatiewijze weergegeven. Als de
reductiemotor niet op dezelfde hoogte als de schuifrail wordt geplaatst
(standaardpositie), moet u de reductiemotor stevig bevestigen, ook ten
opzichte van de positie van de rail. Zo blijft de speling tussen de heugel
en het rondsel (1-2 mm) gelijk. U dient de geldende veiligheidsnormen met
betrekking tot personen, dieren en voorwerpen in acht te nemen. U dient
met name het risico op ongelukken ten gevolge van verbrijzeling tussen
het rondsel en de heugel en andere mechanische risico's te vermijden. U
dient alle gevaarlijke plaatsen volgens de geldende normen te beveiligen
met beveiligingsapparatuur.
6) BEVESTIGING VAN DE REDUCTIEMOTOR
Als het beton uitgehard is, raadpleegt u figuur 6 en gaat u als volgt verder:
• Plaats een M10-moer op ieder draadeind en zorg er daarbij voor dat
de afstand tot de basis minimaal 25 mm is, zodat u na de installatie de
reductiemotor kunt laten zakken of de speling tussen het rondsel en de
heugel kunt aanpassen.
• Plaats een plaat (P) op ieder paar draadeinden en zorg er met behulp van
een waterpas voor dat deze in beide richtingen horizontaal ligt.
• Verwijder het deksel en de afscherming van de schroeven van de reduc-
tiemotor en plaats de overbrengingseenheid op de vier draadeinden. Het
rondsel moet daarbij naar de poort zijn gericht.
• Plaats de twee bovenste P-platen (fig. 6) en draai de vier borgmoeren van
de reductiemotor aan.
• Stel de diepte van de reductiemotor af door deze in de daarvoor bestemde
sleuven in de basis te verschuiven. Bevestig de motor met tussen het rond-
sel en de poort een afstand die geschikt is voor het type heugel dat wordt
geïnstalleerd. De tanden van de heugel moeten over de hele lengte met het
rondsel ineengrijpen. In de paragraaf 'Montage van de heugel' vindt u de
afmetingen en installatiemethoden van de meest gangbare heugels.
7) MONTAGE VAN DE HEUGEL
U dient een heugel met een modulus van 4 te bevestigen aan de poort. De
lengte moet voldoende zijn voor de doorgangsopening, de bevestiging van
de steunen voor het aansturen van de microschakelaars die de eindafslag
regelen en het aangrijpingsgedeelte van het rondsel. Er bestaan verschillende
soorten heugels, die zich onderscheiden in capaciteit en de wijze waarop ze
worden bevestigd aan de poort. Het bedrijf verkoopt drie soorten heugels.
Deze worden hieronder beschreven.
7.1) Mod. CFZ (Fig.7).
Heugel in verzinkt ijzer van 22x22 mm, geleverd in delen van 2 meter en
met een capaciteit van 2000 kg (≈ 20000 N). Deze delen moeten op een
ijzeren hoekprofiel worden gelast en vervolgens moet het geheel aan de
poort worden gelast. Het hoekprofiel zorgt ervoor dat de afstand tussen de
heugel en de zijkant van de poort gelijk blijft en vergemakkelijkt bovendien
de bevestiging van de heugel aan de poort. Zelfs als de poort enigszins naar
de zijkant zwenkt. Het is raadzaam om over de lasnaad van de verschillende
heugeldelen een heugeldeel te plaatsen zoals wordt getoond in figuur 8,
zodat de steek over de hele lengte van de heugel juist is.
4 -
ICARO Ver.04
GEBRUIKERSHANDLEIDING
7.2) Mod. CPZ (Fig.7).
Heugel van kunststof van 22x22 mm, geleverd in de delen van een meter
en met een maximumcapaciteit van 500 kg (≈ 5000 N). Dit model moet met
normale schroeven of zelftappende schroeven aan de poort worden bevestigd.
Ook bij dit model is het raadzaam tijdens het bevestigen een heugeldeel over
de naad tussen de verschillende delen te plaatsen voor een juiste steek. Dit
type heugel produceert minder geluid en u kunt de hoogte ook na bevestiging
nog verstellen met behulp van de daarvoor bestemde sleuven.
7.3) Mod. CVZ (Fig.7)
Heugel in verzinkt ijzer van 30x12 mm, geleverd in delen van een meter
met lassteunen voorzien van schroefdraad en een maximumcapaciteit van
2000 kg (≈20.000 N). Nadat u de lassteunen in het midden van de sleuven
van de verschillende heugeldelen hebt geplaatst, last u de steunen aan de
poort. Ook bij dit model is het raadzaam tijdens het bevestigen een heugel-
deel over de naad van de verschillende heugeldelen te plaatsen voor een
juiste steek. Met de schroeven waarmee de heugel aan de lassteunen is
bevestigd, kunt u de heugel in hoogte verstellen.
7.4) Bevestiging van de heugel
Voor het monteren van de heugel gaat u als volgt te werk:
• Activeer de noodvrijgave door de daarvoor bestemde vrijgaveknop te
draaien (zie de paragraaf 'Noodbediening')
• Laat het uiteinde van de heugel rusten op het rondsel en bevestig de heugel
(door te lassen of met schroeven) ter hoogte van het rondsel, terwijl u de
poort met de hand verplaatst (fig. 9)
• Als de poort niet recht is (bovenmatige kromming naar de zijkanten) en
niet kan worden gecorrigeerd, dient u vulplaatjes tussen de heugel en de
poort te plaatsen, zodat de heugel altijd gecentreerd is ten opzichte van
het rondsel (fig. 10).
GEVAAR: de laswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door een
bekwaam persoon die uitgerust is met alle persoonlijke beschermings-
middelen die vereist zijn volgens de geldende veiligheidsnormen.
8) AFSTELLING VAN HET RONDSEL
Als de heugel is bevestigd, dient de speling tussen de heugel en het rondsel
te worden afgesteld. Deze moet ongeveer 2 mm zijn (fig. 6). Draai hiervoor
de vier M10-moeren onder de basis van de reductiemotor ongeveer 2 mm
omlaag en draai vervolgens de vier bovenste schroeven vast. Zorg ervoor
dat de heugel en het rondsel zijn uitgelijnd en gecentreerd (fig. 10).
LET OP: de levensduur van de heugel en het rondsel is sterk afhankelijk
van een juiste aangrijping.
9) ELEKTROMECHANISCHE EINDAFSLAGEN
Tijdens deze handeling dient de noodvrijgave te worden geactiveerd en de
stroomtoevoer te worden afgesloten. Bij eventueel aanwezige accu's dient ten
minste één pool te worden losgekoppeld. De bedieningselementen voor de
eindafslagen dienen op het uiteinde van de heugel te worden geplaatst.
- Duw de poort met de hand volledig open.
- Plaats de openeindafslag (fig. 11) zodanig dat deze de bedieningshendel
van de microschakelaar tegenhoudt en deze schakelt. Als u de juiste positie
hebt bepaald, draait u de schroeven van de eindafslag aan.
- Duw de poort met de handvolledig dicht.
- Plaats de sluiteindafslag (fig. 11) zodanig dat deze de bedieningshendel
van de microschakelaar tegenhoudt en deze schakelt. Als u de juiste positie
hebt bepaald, draait u de schroeven van de eindafslag aan.
- De eindafslagen dienen de poort te blokkeren voordat de poort de me-
chanische aanslagen op de rail bereikt. De sluiteindafslag dient zodanig te
worden afgesteld dat de speling tussen de poort en vaste constructiedelen
ongeveer 50 mm is (vereist volgens de geldende veiligheidsnormen),
anders dient u een veiligheidsschakellijst met een dikte van ten minste
50 mm te plaatsen (fig. 12).
10) AANSLAGEN
WAARSCHUWING: de poort dient te worden uitgerust met mechani-
sche aanslagen voor zowel het openen als sluiten zodat de poort niet
uit de bovenste geleider schiet (fig. 13). De aanslagen moeten enkele
centimeters voorbij de elektrische eindafslagen stevig in de grond
worden bevestigd.
11) DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE AANLEGGEN
Leg de elektrische installatie aan zoals is aangegeven in figuur 15 en raadpleeg
daarbij de geldende normen voor elektrische installaties CEI 64-8 en IEC364,
overeenkomend met de norm HD384 en andere nationale normen.
LET OP: gebruik voor de verbinding met het elektriciteitsnet een meer-
polige kabel met een doorsnede van minimaal 3x1,5 mm
die voldoet
2
Advertenties
Inhoudsopgave
