Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

7•1 VOORBEREIDING EN INBEDRIJF-
STELLING
• Vanwege de technische vereisten, wordt de voorbereiding en inbedrijf-
stelling van uw maaier uitgevoerd door uw dealer.
7•2 VEILIGHEIDSSYSTEMEN
• De maaier is voorzien van 4 veiligheidsschakelaars, verbonden met:
- 1. de bedieningspedalen
- 2. de zitting
- 3. de opvangbak (behalve MKM)
- 4. de parkeerrem
• De motor kan alleen worden aangezet als aan de volgende voorwaar-
den is voldaan:
- de bestuurder op de stoel zit of de parkeerrem aangetrokken is
- de bedieningspedalen in de neutrale stand staan
- het maaisysteem uitgeschakeld is.
• De motor wordt automatisch stopgezet als de bestuurder zijn stoel
verlaat en:
- ofwel het maaisysteem aan blijft staan
- ofwel de handrem niet is aangetrokken.
• De motor slaat tevens af, wanneer de aandrijvingspedalen bediend
worden, terwijl de parkeerrem aangetrokken is.
• Het maaisysteem kan uitsluitend ingeschakeld worden, wanneer:
- de opvangbak juist gesloten is
- de bestuurder op de zitting zit.
WAARSCHUWING!
veroorzaakt de stilstand van het maai-element. Het maai-
element treedt opnieuw in werking zodra de opvangbak weer
op zijn plaats zit.
• Schakel de maaier uit wanneer er een storing optreedt en wendt u
zich tot uw dealer.
7•3 BRANDSTOF
OPGELET GEVAAR!
Benzine is zeer brandbaar.
• Voor de motor bevelen wij u aan recentelijk aangeschafte brandstof
loodvrije superbenzine 95 te gebruiken. Koop alleen de hoeveelheid
benzine in die u in één maand verbruikt en bewaar deze in een schone
tank die speciaal voor dit doel is bedoeld.
• Voeg geen olie aan de brandstof toe!
WAARSCHUWING!
bruik geen benzine/alcohol mengsels.
• Vul de benzinetank altijd buiten en rook niet als u de tank vult. Vermijd
alle vlammen of vonken. Vermijdt benzine te morsen en zorg ervoor
de tank niet te vol te doen om overstromen te vermijden: laat ongeveer
5 cm ruimte onder de dop om het uitzetten van de benzine mogelijk
te maken.
• Voor het vullen van de tank, raden wij u aan gebruik te maken van
een trechter met een drijver. Deze trechter, door de drijver, geeft u
aan als de tank vol is (zie afbeelding 5).
Bij volle tank de trechter aan de bovenzijde verwijderen (zie
3 afbeelding 5).
• Plaats de doppen van de benzinetank en de tank op de juiste wijze.
• Als er benzine is gemorst of als u een geur van benzine ruikt of wanneer
er van explosiegevaar sprake is, probeert u dan niet om de motor te
starten, maar maak zorgvuldig alle betrokken onderdelen schoon en
vermijdt elke vorm van ontvlamming te veroorzaken zolang de ben-
zinedampen niet zijn verdwenen.
Bij het legen van de benzinetank, dient u dit buiten te doen
(in de buitenlucht).
28
7• GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Het openen van de opvangbak
Gebruik geen toevoegingen. Ge-
7•4 VERSTELLING VAN DE ZITTING
IN LENGTERICHTING
• Voor veilig besturen moet de positie van de stoel ten opzichte van de
pedalen geregeld worden.
• Om de zetel te ontgrendelen, duw de zetelhendel:
- naar de buitenkant voor het model MKHP
- naar de binnenkant voor de modellen MBHE, MKHE, MHHE en
MKM.
• Verstel de zitting in de door u gewenste stand.
• Laat de handel los en controleer of de zitting goed geblokkeerd is.
7•5 AANZETTEN VAN DE MOTOR
LET OP! Laat de motor niet in gesloten ruimtes lopen waa-
rin zich koolmonoxide, een gevaarlijke stof, zou kunnen
ophopen.
LET OP! Neem nooit de dop van de tank en voeg geen ben-
zine toe als de motor loopt of nog warm is. Stop de motor en
laat deze 2 minuten afkoelen alvorens u benzine tankt.
Wijzig de fabrieksinstelling van de motor niet, en
laat de motor niet in een te hoog toerental draaien.
In geval van een gewijzigde fabrieksinstelling neemt
u contact op met de ETESIA-verkoper.
Voorafgaand aan elk gebruik gaat u altijd over tot
een visuele controle om u er van te verzekeren dat
het mes en de bevestigingsschroef niet versleten of
beschadigd zijn.
• Alvorens de motor te starten, controleert u altijd het olieniveau van
de motor. Voeg extra olie toe als het niveau niet tot de merkstreep
[FULL] of [MAXI] komt (zie hfdst. 9•3•1 en afbeelding 25).
De peilstok van de olie moet goed vastgeschroefd worden als
de motor draait.
• Controleer tevens het niveau van de hydraulische olie in de expan-
sietank. Het olieniveau moet altijd zichtbaar blijven in de tank (zie
hfdst. 9•4•2).
• Controleer dat het ingaande luchtrooster van het koelingsysteem aan de
achterkant van de motorkap, het motorblok en de afkoelingsvleugels
van de hydrostatische brug schoon zijn. Controleer tevens regelmatig
de juiste toestand van de ventilator (zie afbeelding 30a).
• Vul de brandstoftank om te vermijden om benzine toe te voegen
tijdens het werken, als de motor warm is.
• De motor kan alleen worden ingeschakeld wanneer de handrem is
ingeschakeld en de knop van de maaisysteem uitgeschakeld is.
7•5•1 AANZETTEN
• Zet de onderbrekerknop in positie 1.
• Ga op de stoel van uw maaimachine zitten.
• Houd uw badge-"sleutel" voor de detectiezone.
• Na het welkomsbericht is de machine klaar om te starten.
• Plaats de hendel om gas mee te geven op de positie [START] om met
koude motor te starten.
• Druk op de knop "Start/Stop" om de thermische motor te starten.
Houd de knop ingedrukt totdat de thermische motor start. De groene
ledlamp in de buurt van deze bedieningsknop geeft aan dat aan alle
voorwaarden is voldaan om de motor te starten.
7•5•2 UITZETTEN VAN DE MOTOR
LET OP!
Gebruik niet de positie [START] van de gashendel
om de motor te stoppen.
• Zet de gashendel op de positie [MINI] en druk vervolgens op de knop
"Start/Stop" totdat de motor stopt.
• Verlaat de zitplaats, de machine stopt onmiddellijk.
• Zet de onderbrekerknop in de 0-positie wanneer u langere tijd stopt.
Sluit de benzinekraan.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mkhp4Mkhp6Mhhe3Mkhe4Mkm2

Inhoudsopgave