Snelstart
Algemene
Uitpakken
handleiding
beschrijving
Onderhoud en
kalibratie
3. Werking
3.1 Inschakelen
Zorg ervoor dat de unit zich in schone lucht bevindt. Druk op de 'ON' –knop om de Detective+
zal het bericht 'Crowcon Detective+' en het serienummer op het scherm geven. De unit zal de rode alarm-led de klankgever
en de alarmwaarschuwingslampen controleren. Druk op de ONGEMARKEERDE knop om het alarmgeluid uit te schakelen.
Opmerking: indien de unit zich in een gevaarlijk gas bevindt, zal het alarm blij-ven werken. Indien de alarmen worden
geconfigureerd om te worden STIL (zie STIL in paragraaf 4.2, Configuratieopties) dan zal het alarm niet weerklinken en de
alarm-led niet knipperen tijdens het inschakelproces.
Na een korte pauze gaat het scherm over op 'Systeemtest...' en zal dit het huidige batterijvoltage geven. Wanneer de huidige
datum valt na een vooraf ingestelde kalibratiedatum, zal het toestel 'Kalibratie nodig' weergeven. Zie paragraaf 3.6
configuratieopties. Indien er andere sensormodules in het toestel zijn in vergelijking met de keer dat het voor het laatst werd
gebruikt (mogelijk duidend op een sensordefect) verschijnt het bericht 'Sensors veran-derd?' op het scherm. Wanneer de
configuratie van het instrument verloren is gegaan of werd gewijzigd, dan komt het bericht 'Std. instelling laden... ' op het
scherm. Bij al deze drie fout-/waarschuwingsberichten moet de toestand wor-den aanvaard door op de ONGEMARKEERDE
knop te drukken, op het scherm aangegeven met het woord DOORGAAN erboven.
Het toestel kan een alarm geven bij ogenblikkelijke gasniveaus, zowel over korte als lange perioden. Tijdgewogen
gemiddelde gasblootstellingsniveaus. Houd er rekening mee dat de tijdgewogen gemiddelde toxische
gasblootstellingsniveaus op nul worden teruggezet wanneer het toestel wordt uitgeschakeld.
Wanneer de batterij een laag niveau bereikt, zal de werkunit een lage-batterij spanningswaarschuwing op het scherm
weergeven. Opmerking: Wanneer het batterijniveau te laag is, zal de unit niet inschakelen.
Ongeveer 10 seconden nadat het toestel werd ingeschakeld, zal de Detective+
gasniveaus aangeven.
Indien het toestel in een alarmtoestand komt, zal de klankgever worden inge-schakeld en gaan de alarm-leds knipperen.
Als de gasniveaus eenmaal onder de alarmniveaus liggen (d.w.z. veilige gasniveaus) mag de alarmwaarschuwing worden
uitgeschakeld door op de ONGEMARKEERDE knop te drukken. Indien de alarmen STIL worden, zal het rode alarm-led
niet knipperen of zal de alarm-klankgever niet weerklinken wanneer het toestel in alarm staat – de enige aanduiding van
de alarmtoestand zal het woord ALARM zijn dat om de beurt aan- en uit knippert met de gaswaarde van het kanaal dat in
alarm staat.
3.2 Scherm
De informatie van het scherm hangt af van het type sensoren dat in het toestel werd geplaatst. Voor elke geïnstalleerde
sensormodule geeft het scherm de gasconcentratie, de meeteenheden (bijv. ppm) en de naam van het kanaal (bijv. H
(Elke sensormodule bevat analoge circuits om de sensor te ondersteunen en een klein digitaal geheugen dat het bij de
processor identificeert, samen met de kalibratiesgegevens en de alarmdrempels). Een kwart van het scherm is gereserveerd
voor elk van de 4 mogelijke gaskanalen. De normale werkmodus is een continue real time gasconcentratie.
Vertrouwensignalen
Het groene 'vermogen'-led knippert met tussenpozen om de gebruiker ervan te verzekeren dat alles is
zoals het moet zijn.
© 2023 Crowcon Detection Instruments Limited
Laden van de
Werking
Instellingen
PC interface en
Gebruiksbeperkingen
software
Kalibratie nodig.?
H
S
0.0ppm
2
CH
0.0%
4
Gegevensregistratie
accu
Accessoires en
Specificatie
reserveonderdelen
DOORGAAN
de zelftests uitvoeren en de huidige
CO
0.0ppm
LEL
0
20.9%
2
Doorverbinding
Gids voor de
tussen toestellen
probleemoplossing
Bijlage
in te schakelen. Het toestel
voor de
S).
2
Detective +
10