Afbeelding 10: Bevestigen van de koud-warmverbinding en einddop
Bevestig de warm-koudverbinding aan het uiteinde van de
pijp die het dichtst bij het voedingspunt ligt, en het andere
uiteinde van de verwarmingskabel aan het andere uiteinde
van de pijp. Ondersteun de warm-koudverbinding door de
kabel vast te zetten met pijpbanden met een onderlinge
afstand van 150 mm op beide zijden van de verbinding.
Bevestig de verbinding zelf aan de pijp met een pijpband
zoals weergegeven in Afbeelding 10.
Bevestig het midden van de verwarmingskabel op het punt
halverwege de pijp en laat evenveel speling aan beide
zijden.
Bevestig de verwarmingskabels aan de pijp met
pijpbanden, binddraad of draadweefselband, met een
onderlinge afstand van 300-450 mm. Binddraad moet
stevig vastzitten, maar mag de bekleding niet snijden of
indeuken.
Het gebruik van binddraad bij MI verwarmingskabels met
zachtere bekleding (zoals koper HC en cupronikkel HD) moet
vermeden worden, omdat het binddraad het oppervlak van
de verwarmingskabel na verloop van tijd kan beschadigen�
Gebruik waar mogelijk draadweefselband�
Afbeelding 11: Speling bij kleppen, flenzen en pijpsteunen
Roestvrijstalen pijpbanden, banden,
binddraad, draadweefselband etc.
Gebruik binddraad of draadweefselband om de kabel vast
te zetten aan onregelmatig gevormde objecten als kleppen
of pijpsteunen.
Afbeelding 12: Installeren van kabel op kleppen en pijpsteunen
Laat de kabel langs de pijp golven zoals in afbeelding
14 en 15. Hierdoor is uitzetting en inkrimping van de
verwarmingskabel mogelijk als deze warm wordt en
afkoelt. Gebruik overtollige kabel op door deze langs de
pijp te laten golven en meer kabel te gebruiken bij elke
pijpsteun.
16 | nVent.com
Einddop
Laat een grote
buigradius over