Algemene informatie �������������������������������������������� 4 Selectie en opslag van verwarmingskabels ���������� 7 Installatie van verwarmingskabels ����������������������� 9 Selectie en installatie van onderdelen ���������������� 23 Temperatuurregeling en -begrenzing ����������������� 24 Thermische isolatie en markering ���������������������� 27 Elektrische voeding en beveiliging ��������������������� 31 Testen van het systeem �������������������������������������...
1 ALGEMENE INFORMATIE Gebruik van de handleiding Deze installatie- en onderhoudshandleiding hoort bij de nVent mineraal geïsoleerde (MI) weer stands verwarmingskabelsystemen die geïnstalleerd zijn op thermisch geïsoleerde pijpen en vaten en bijbehorende apparatuur. Deze handleiding verwijst in het bijzonder naar mineraal geïsoleerde...
De aansluitingen kunnen gesoldeerd of gelast zijn; raadpleeg de productliteratuur van nVent voor gedetailleerdere informatie. N�B� Deze handleiding gaat alleen over de installatie van voorgefabriceerde MI verwarmingsunits� De volledige aansluitprocedure en reparatie van verwarmingskabelunits wordt niet beschreven in deze handleiding en mag uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd en ervaren personeel�...
Pagina 6
Unitlengte: M voor unit in meters Referentie verwarmingskabel Type verwarmingskabelunit: Type B, D of E Bij bestellingen moet de volledige orderreferentie van de MI verwarmingsunit worden gegeven In explosie gevaarlijke omgevingen moet ook informatie worden gegeven over de T-classificatie en temperatuurgegevens die relevant zijn voor de toepassing (max.
Het maximale toegelaten vermogen is direct afhankelijk van de toepassing en de gebruikte besturingsmethode. De feitelijke limieten van MI verwarmingskabels in een specifieke toepassing worden gegeven in de nVent Engineering Software (b.v. TraceCalc Pro design software). Neem voor meer informatie contact op met nVent.
Zie voor verdere informatie de ontwerpdocumentatie (b�v� TraceCalc Pro rapporten)� Voor de beoordeling van de chemische weerstand van MI verwarmingskabels (m.b.t. corrosieaspecten) raadpleegt u onze productspecificaties, of neemt u contact op met nVent voor assistentie.
3 INSTALLATIE VAN VERWARMINGSKABELS Waarschuwing Net als bij elke andere elektrische apparatuur of bedradings- installatie die op netspanning werkt, kan schade aan de verwarmingskabel en onderdelen of onjuiste installatie waardoor vocht of verontreiniging kan binnendringen leiden tot elektrische tracking, vonkontlading en mogelijk brandgevaar� In geval van schade en latere reparatie ter plaatste, moeten alle niet-aangesloten en blootliggende uiteinden van de verwarmingskabel worden afgedicht�...
Pagina 10
Loop door het systeem en plan de routering van de verwarmingskabel op de pijpleiding, inclusief het traceren van koelvinnen, b.v. kleppen, flenzen, steunen, afvoeren etc. Inspecteer de pijpleidingen op bramen, ruwe oppervlakken, scherpe randen e.d. die de verwarmingskabel zouden kunnen beschadigen. Maak ze glad of dek ze af met lagen aluminiumfolie.
Pagina 11
T-splitsingen. Buig de kabel niet binnen 150 mm van de warm-koud aansluiting. Wanneer u MI en andere verwarmingskabels met een constant wattage installeert, zorg er dan voor dat deze elkaar niet overlappen of kruisen. Dit kan tot plaatselijke oververhitting en brandgevaar leiden.
Pagina 12
MI verwarmingskabels mogen elkaar echter niet raken en de minimale afstand tussen de verwarmingskabels moet in acht worden genomen.
Pagina 13
Bevestig de kabel op zijn plaats met metalen wikkels, binddraad of draadweefselband met tussenruimten van 300 mm, en waar nodig extra. Gebruik geen binddraad bij MI verwarmingskabels met een zachtere bekleding (zoals koper HC en cupronikkel HD), omdat de binddraad het oppervlak van de verwar- mingskabel na verloop van tijd kan beschadigen.
Pagina 14
Afbeelding 7: Gebruikelijke kabelplaatsing op grote oppervlakken zoals tanks Voorgeperforeerde Verwarmingskabel strip Banden Temperatuur -sensor Koud Aansluit Temperatuur -einde -doos -regelaar Afbeelding 8: Bevestigingsmateriaal: voorgeperforeerde metaalstrips Vermijd scherpe randen en voorkom binnendringing van MI koudeinde-kabels door de isolatiebekleding door deze af te dichten. 14 | nVent.com...
Pagina 15
Voor de installatie van MI verwarmingskabels op metaalgaas kan binddraad worden gebruikt, maar dit mag niet te strak worden opgebonden, omdat de MI verwarmingskabel vrij moet kunnen bewegen tijdens expansie en contractie. Voorgeperforeerde metalen banden waarbij een vaste tussenruimte is als er meerdere lagen kabel worden aangebracht (b.v.
Pagina 16
300-450 mm. Binddraad moet stevig vastzitten, maar mag de bekleding niet snijden of indeuken. Het gebruik van binddraad bij MI verwarmingskabels met zachtere bekleding (zoals koper HC en cupronikkel HD) moet vermeden worden, omdat het binddraad het oppervlak van de verwarmingskabel na verloop van tijd kan beschadigen�...
Pagina 17
Opmerking: Gebruik overtollige kabel niet op één plaats op. Verdeel de kabel gelijkmatig over de pijp. Afbeelding 13: Voltooide installatie van MI verwarmingskabel Warm-koudverbinding Binddraad/ draadweefselband Afbeelding 14: Afstand tussen pijpbanden Aansluitdoos Roestvrijstalen pijpbanden, banden Koud Warm -koud of binddraad, draadweefselband etc.
Pagina 18
MI verwarmingskabel of ander geschikte verwarm Zie de ontwerptekening voor bevestigingsmateriaa -ings om de MI verwarmings de benodigde lengte van de -kabel -kabel op zijn plaats specifieke verwarmingskabel. te houden Afbeelding 16b: Kleppen Voor klepmaten van groter dan 31/2“ (90 mm)
Pagina 19
Afbeelding 17: Installatie bij een hoek van 90° Stalen pijpleiding Roestvrijstalen pijpbanden, banden, binddraad of draad -weefselband (gebruikelijk) MI verwarmingskabel MI verwarmingskabel wordt aangebracht op de buitenste radius van de elleboog Afbeelding 18: Flenzen Roestvrijstalen pijpbanden, banden, binddraad of draadweefselband...
Pagina 20
Afbeelding 19: Kabelplaatsing over klemmen en steunen Beugelsteun Pijp MI verwarmingskabel Roestvrijstalen pijpbanden, banden, binddraad of draadweefselband Afbeelding 20: Schoen- en mofsteun Zie de ontwerptekening voor de benodigde lengte van de specifieke verwarmingskabel. MI verwarmingskabel Pijp Roestvrijstalen pijpbanden, banden, binddraad of...
De minimale afstand moet in acht worden genomen, tenzij in de ontwerpdocumentatie duidelijk andere waarden worden aangegeven. Zie ook pag. 11, afbeelding 5. Bekijk de tekeningen voor isolatie van de dummyondersteuning. Pompen moeten hun eigen verwarmingskabel hebben, met aparte aansluitdoos. Afbeelding 22: Pompen Aansluitdoos Roestvrijstalen pijpbanden,...
Pagina 22
Afbeelding 23: Kabel aangebracht op metaalgaas Raadpleeg de ontwerpspecificatie voor de heat-tracing vereisten voor fittingen en steunen. De minimale buigradius van de verwarmingskabel moet in acht worden genomen (zie Tabel 1). De minimale afstand moet in acht worden genomen, tenzij in de ontwerpdocumentatie duidelijk andere waarden worden aangegeven.
4 SELECTIE EN INSTALLATIE VAN ONDERDELEN 4�1 Algemene opmerkingen Gebruik de ontwerpspecificatie om de benodigde onderdelen te selecteren. Onderdelen van nVent moeten gebruikt worden om te voldoen aan de wettelijke normen en aan de vereisten van de goedkeuringsinstantie; alleen dan is de garantie van nVent van toepassing.
5 TEMPERATUURREGELING EN-BEGRENZING 5�1 Algemene regels nVent MI verwarmingskabels zijn tracers met een constante vermogensafgifte en behoeven als zodanig temperatuurregeling, tenzij uitdrukkelijk ander gespecificeerd. Volgens goede werkgewoontes en plaatselijke voorschriften kunnen er extra onafhankelijke temperatuurbegrenzers vereist zijn; de selectie van dergelijke apparaten is eveneens afhankelijk van omgevingscondities (niet-gevaarlijke of explosie gevaarlijke omgeving).
Pagina 25
Volg de installatie-instructies bij de thermostaat en/of de begrenzer. Gebruik een correct bedradingsschema voor de plaatsing van de verwarmingskabel en de gewenste besturingsmethode. De begrenzer moet worden ingesteld om ervoor te zorgen dat de maximumtemperatuur van het oppervlak van de kabel niet hoger wordt dan de T-klasse of de maximale bedrijfstemperatuur van de verwarmer bij een gegeven uitvoer, in de slechtst mogelijke omstandigheden.
Pagina 26
5�3 Plaatsing van de sensor: Temperatuurbegrenzer De sensor wordt gewoonlijk op een stuk kabel geplaatst dat gescheiden is van de pijp door middel van isolatiemateriaal, om een “kunstmatige hot-spot” te creëren. De keuze voor de juiste plaats van de begrenzersensor is afhankelijk van, maar niet beperkt tot de volgende factoren: Stromingsrichting van de vloeistof, beste locatie: bovenstrooms in geval van warmere instromende vloeistof.
Voor het behouden van de juiste temperatuur moet de thermische isolatie goed geïnstalleerd en droog zijn. De manteltemperatuur van een MI verwarmingskabel kan aanzienlijk hoger liggen dan de temperatuur van de pijp/ apparatuur die getraceerd moet worden. Controleer of de maximum.
Pagina 28
Identificatie van de MI verwarmingsunit: Elke MI verwarmingsunit is voorzien van een identificatielabel met belangrijke informatie over het type en de werkingscondities van de unit. In explosie gevaarlijke omgevingen is het kabellabel verplicht.
Pagina 29
MI verwarmingsunits (zie ook pag. 6) – Heating Cable Ref� is het type MI verwarmingskabel – Element length is de verwarmde lengte van de MI-unit – Year of Manufacture is het productiejaar – Circuit length (if different) geeft informatie over de “totale circuitlengte”...
Pagina 30
– Maximum Sheath Temperature is de maximum manteltemperatuur van de MI verwarmingskabel op basis van de gegevens van het toepassingsontwerp. – Sheath Reference Temperature is de referentietemperatuur, waarop de “maximum manteltemperatuur”...
7 ELEKTRISCHE VOEDING EN BEVEILIGING Schakel kabels niet in als ze opgerold zijn of op een kabelhaspel zitten. 7�1 Aardaansluiting Verbind de metalen bekleding van de verwarmingskabel aan een geschikte aardklem. 7�2 Elektrische belasting Plaats overstroombeveiligingsapparaten volgens de ontwerpspecificatie en/of de plaatselijke voorschriften. 7�3 Bescherming tegen aardlekstromen (aardcontact) nVent adviseert om een 30mA aardlekschakelaar te gebruiken...
8 TESTEN VAN HET SYSTEEM WAARSCHUWING: Brandgevaar op explosie gevaarlijke plaatsen� Tests met weerstandsmeters kunnen vonken produceren� Zorg ervoor dat er geen ontvlambare dampen in het gebied aanwezig zijn voordat u deze test uitvoert (vuur vergunning)� 8�1 Testen van de isolatieweerstand en de geleiderweerstand nVent beveelt een isolatieweerstandstest aan: voordat u de verwarmingskabel installeert, terwijl de kabel...
9 GEBRUIK, ONDERHOUD EN REPARATIES WAARSCHUWING: Verwarmingskabels kunnen tijdens gebruik hoge temperaturen bereiken en kunnen brandwonden veroorzaken als u ze aanraakt� Raak de kabels niet aan als ze ingeschakeld zijn� Isoleer de getraceerde pijp of apparatuur thermisch voordat u de stroom aansluit op de kabel� Dit mag uitsluitend worden gedaan door goed opgeleid personeel�...
9�3 Reparatie en onderhoud van leidingsystemen Isoleer het circuit van de verwarmingskabel en bescherm de verwarmingskabel tegen mechanische of thermische beschadiging tijdens reparatiewerkzaamheden aan leidingen. Controleer de installatie van de verwarmingskabels na reparaties aan leidingen en zorg ervoor dat de thermische isolatie hersteld wordt, volgens de aanbevelingen in hoofdstuk 8.
SYMPTOOM EN MOGELIJKE OORZAKEN Symptoom: Isolatieweerstand is lager dan verwacht Mogelijke oorzaken 1 Regen of hoge vochtigheid 2 Inkepingen of insnijdingen in de bekleding van de verwarmingskabel in een vochtige omgeving 3 Geknikte of platgedrukte verwarmingskabel 4 Vonkontlading door schade aan de verwarmingskabel 5 Fysieke schade aan de verwarmingskabel veroorzaakt een directe kortsluiting 6 Vocht aanwezig is aansluitklemmen of aansluitingen...
Pagina 41
Corrigerende maatregelen 1 Maak de afdichtingen droog 2,3,4 Inspecteer de kabel visueel op schade, vooral bij hoeken, flenzen en rond kleppen. Repareer of vervang de verwarmingskabels als deze beschadigd is. Controleer de aansluitkast op vocht of tekenen van vonkontladingen. Laat de aansluitingen drogen en test ze opnieuw.
Pagina 42
Symptoom: Vermogensafgifte lijkt correct, maar de temperatuur van de leiding ligt onder de ontwerpwaarde Mogelijke oorzaken 1 Natte of ontbrekende isolatie met goede weerbestendige afdichting 2 Onvoldoende verwarmingskabel op kleppen, te lage temperatuur op flenzen, steunen, pompen en andere warmteafleiders 3 Temperatuurregelaar onjuist ingesteld 4 Onjuist thermisch ontwerp gebruikt 5 Temperatuursensor zit op verkeerde plaats...
Pagina 43
Corrigerende maatregelen 1 Verwijder de natte isolatie, vervang deze door droge en bevestig de isolatie 2 Controleer of de installatie overeenkomt met het systeemontwerp. (Indien de aantallen kleppen, flenzen en pijpsteunen zijn gewijzigd, dan moet er mogelijk extra verwarmingskabel worden toegevoegd.) 3 Stel de temperatuurregelaar opnieuw in 4 Neem contact op met uw nVent-vertegenwoordiger om het ontwerp te bevestigen en wijzig als aanbevolen...