3. Systeemoverzichten
Regelaar PGDX tevens als ruimtethermostaat:
SAK:
Extern overdrukventiel
FL:
Extern vuilfilter
Selecteer de verwarmingsregelmodus op "ruimtetemperatuur regeling" en stel de gewenste
ruimtetemperatuur ST19 in.
1. Principiële werking verwarmingsmodus:
In de verwarmingsmodus zal de driewegklep opengaan naar het installatiewater voor de ruimteverwarming.
(vloerverwarming, radiatoren etc.)
Warmtepomp Aan bij: ("ruimtetemperatuur" < ST19 - ST04)
Warmtepomp Uit bij: ("ruimtetemperatuur" > ST19 + 2ºC) en de modulerende frequentie van de
compressor moet tot het minimum zijn gedaald en 120s na hebben gedraaid. Daarna is de unit uit.
De compressor werkt m.b.v. PID-regeling met ST19 - 0.5 als setpoint ruimtetemperatuur.
Wanneer de retour watertemperatuur hoger is dan ST14, zal de compressor terug moduleren naar
minimale snelheid. Wanneer ST<(ST14-2), zal de compressor teruggaan naar draaien op de PID-
regeling.
ST14 standaardwaarde is 50ºC. Wanneer het nodig is om deze waarden te veranderen kan dit in de
fabrikantenparameters, onder 'Max. Setpoint Verwarmingsmodus.'
Regeling Intern elektrisch element
Het interne verwarmingselement kan alleen worden inschakelen als aan alle van de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
1. De unit is Aan in verwarmingsmodus en de compressor draait op de maximale frequentie (100%
vermogen)
2. Compressor heeft langer dan 300 seconden gedraaid
3. Buitentemperatuur ≤ ST07
4. Ruimtetemperatuur ≤ (ST19 (gewenste ruimtetemperatuur) - ST04 – 2))
Het interne verwarmingselement is uitgeschakeld wanneer aan een van de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
1. Stromingsstoring installatiewatercircuit
2. Ruimtetemperatuur ≥ - 2
EXP:
Extern expansievat
NRV:
Externe terugslagklep
6