16. Alarmen
De alarmen zijn onderverdeeld in twee groepen: auto-reset-alarmen en handmatige reset-alarmen.
1.
Auto reset alarm, de gebruiker hoeft het niet te bevestigen en te resetten.
2.
Het corresponderende apparaat wordt automatisch opnieuw opgestart zodra de alarmstatus
verdwijnt.
3.
Zodra een handmatig reset-alarm wordt gedetecteerd, wordt het systeem automatisch gestopt. De
gebruiker moet contact opnemen met de leverancier over wat de vervolgstappen zijn.
4.
Druk op de knop
5.
Zorg ervoor dat de storing is verholpen voordat het alarm is gereset.
Wanneer een alarm wordt gedetecteerd:
Het
pictogram knippert continu. Op het scherm wordt een alarmcode weergegeven.
Als er meer dan één alarm wordt gedetecteerd, worden de alarmcodes achtereenvolgens op het Lcd-
scherm weergegeven. Deze worden gezien met behulp van de <
worden handmatig bevestigd of gereset (alleen voor handmatige reset alarmen).
ALARMCODES
De volgende codes worden automatisch gereset wanneer bijbehorende waarden weer binnen de marges
vallen.
Code
Betekenis
AL01
Lage druk
AL02
Hoge druk
AL03
Lage retour watertemperatuur (ST<AR01)
AL05
Hoge retour watertemperatuur (ST>AR03)
AL17
Flowstoring
WN01
Antivries
AL20
Lage verdampertemperatuur (in koelmodus)
AL21
Hoge uitlaatgastemperatuur
AL57
Omvormer offline (kabel onderbroken)
AL64
Bescherming compressieverhouding
Display offline Communicatiefout tussen regelaar en display
Alarmen m.b.t. omvormer printplaat. Deze worden ook automatisch gereset.
AL100
IPM overstroom
AL101
comp. schijfstoring
AL102
comp. overstroom
AL103
vermogensfaseverlies
AL104
IPM huidige bemonsteringsfout
AL105
radiator oververhit
AL106
voorladen mislukt
AL107
Overspanning DC-bus
AL108
DC-bus onder spanning
AL109
AC-ingang onder spanning
AL110
AC-ingang overstroom
AL111
bemonsteringsfout ingangsspanning
AL113
temp. sensor fout
AL115
communicatiefout
AL125
IPM-module oververhit
AL124
compressorselectiefout
om het alarm te bevestigen en te resetten.
> of <
> knoppen, of ze
51