5.7.8
Dakuitmonding combidoorvoer-verticaal en dubbelpijpsdoorvoer-
verticaal
Toestelcategorie: C33
VOORZICHTIG
Als de combidoorvoer-verticaal niet toegepast kan worden,
moeten de luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer separaat
worden uitgevoerd.
Combidoorvoer-verticaal.
•
Toegestane leidinglengte
Voor parallel : Luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoerleiding samen, exclusief de
lengte van de combidoorvoer.
Voor concentrisch : Totale leidinglengte , exclusief de lengte van de combidoorvoer.
RKOMBG22AAV1
RKOMBG28AAV1
RKOMBG33AAV1
Verbrandingsgasafvoer- en luchttoevoerleiding
Voor de montage, zie § 5.7.5 Montage algemeen.
Montage combidoorvoer-verticaal
1.
Monteer een verticale doorvoerpan met schaal op de plaats van uitmonding op
een schuin dak.
Op een plat dak moet een plakplaat voor een pijp Ø126 mm aangebracht
worden.
2.
Demonteer het spruitstuk van de combidoorvoer.
3.
Schuif de combidoorvoer van buiten naar binnen:
Bij een schuin dak door de verticale doorvoerpan met schaal.
Bij een plat dak door de plakplaat.
4.
Monteer,bij parallel aansluiting het spruitstuk van de combidoorvoer en borg
deze met een plaatschroef of popnagel.
Rotex Heating Systems GmbH
Parallel
Concentrisch
Concentrisch
60/100
80/125
100 m
11 m
85 m
10 m
80 m
10 m
29 m
29 m
29 m
28