Installatie (alleen voor de installateur)
Afb. 16
Afmetingen (in mm)
5.9
Zeeniveau op inbouwlocatie
Om ervoor te zorgen dat het toestel naar behoren werkt, moet
het zeeniveau op de inbouwlocatie worden ingevoerd.
▶ Roep de servicemodus op ( paragraaf 7.2).
Het display geeft « P2 » aan.
▶ Druk
in, tot het display "P4" aangeeft.
▶ Druk de toets
in.
Het display geeft « E » aan.
▶ Druk
in, tot het display "AS" aangeeft.
▶ Druk de toets
in.
Het display geeft « 1 » aan.
▶ Toets
of
indrukken en de hoogte van de regio
waarbinnen de inbouwlocatie zich bevindt overeenkomstig
de volgende tabel selecteren.
Display
Hoogte boven zeeniveau
1
< 500 m
2
500 m - 1 000 m
3
1 000 m - 1 500 m
4
1 500 m - 2 000 m
5
2 000 m - 2 500 m
6
> 2500 m
Tabel 16
5.10 Naventilatietijd
De rookgasafvoerlengte bepaalt de wenselijke naventilatietijd.
Deze is instelbaar in 30 seconden of 3 minuten. Bij installaties
met lange rookgasafvoeren is te adviseren om de instelling op 3
minuten te zetten.
▶ Roep de servicemodus op ( paragraaf 7.2).
Het display geeft « P2 » aan.
▶ Druk
in, tot het display "P4" aangeeft.
▶ Druk de toets
in.
Het display geeft « E » aan.
Nefit AquaLine • 6 720 809 967 (2015/10)
▶ Druk
▶ Druk de toets
Het display geeft « LO » aan.
▶ Toets
tilator te selecteren.
30
Display
LO
SH
Tabel 17
5.11 Toestel starten
6720804089-14.2V
Warm water
▶ Open de gas- en waterkranen en controleer alle aansluitin-
gen op dichtheid.
▶ Druk op de aan/uittoets (afb. 7) (hoofdstuk 3.3). Het
apparaat is klaar voor gebruik.
Zodra een warmwaterkraan wordt geopend, zendt de flowme-
ter (afb. 2, [14]) een signaal aan de branderautomaat. Het sig-
naal heeft het volgende effect:
•
De ventilator start.
•
Een ontstekingsvonk wordt gegenereerd. Tegelijkertijd
opent het gasblok (afb. 2, [17]) van de brander.
•
De brander start. In het begin start slechts een deel van de
brander.
•
De ionisatie elektrode (afb. 2, [4]) houdt toezicht op de
aanwezigheid van de vlam.
•
De overeenstemming van de watertemperatuur met de in-
gestelde temperatuur wordt door de temperatuursensoren
automatisch bewaakt
Veiligheidsstop bij overschrijden van de veiligheidstijd
Wanneer de vlam niet binnen het vast ingestelde veiligheidsin-
terval kan worden ontstoken, volgt een veiligheidsstop.
Wanneer er lucht aanwezig is in de gasleiding (bij de eerste in-
bedrijfstelling van het toestel of wanneer het toestel langere
tijd buiten bedrijf was), kan er vertraging of problemen bij de
ontsteking optreden.
Wanneer dit het geval is of wanneer de ontstekingspoging te
lang duurt, wordt de inbedrijfstelling van de veiligheidsinrich-
tingen geblokkeerd en moet de installatie worden ontlucht.
Veiligheidsstop vanwege te hoge warmwatertemperatuur
De watertemperatuur wordt door de branderautomaat via de
temperatuursensor in de warmwaterleiding vastgesteld. Bij
oververhitting volgt een veiligheidsstop.
Veiligheidsstop vanwege een storing van het rookgassy-
steem
Wanneer het toestel een storing van het rookgassysteem con-
stateert, volgt een veiligheidsstop.
in, tot het display "PU" aangeeft.
in.
of
om de gewenste nadraaitijd van de ven-
Naventilatietijd
3 minuten
30 seconden
5
19