SLANGEN EN BEDRADING VOOR EENHEID BUITEN
68
Laden van water
Voor het laden van water volgt u de onderstaande procedures.
Stap 1. Open alle kleppen van het gehele watercircuit. Geleverd water dient alleen binnen de
eenheid binnen te worden geladen, maar ook in het watercircuit onder de grond, het
circuit van de sanitaire watertank, het FCU-watercircuit en alle andere watercircuits die
door het product geregeld worden.
Stap 2. Sluit het toevoerwater aan op de afvoerklep en de vulklep.
LET OP
!
Waterlekken zijn niet toegestaan bij de
afvoer- en vulklep. Lekveilige behandeling
die wordt beschreven in de vorige sectie
dient te worden toegepast.
* De configuratie van de klep kan per
modeltype verschillen.
Stap 3. Start om water te leveren. Als u water toevoert, dient men het volgende in acht te nemen.
- De druk van het toevoerwater moet vooraf ongeveer worden ingesteld.
- Voor de waterdruk moet de tijd die nodig is om van 0 bar naar de vooraf ingestelde waarde te
gaan meer dan 1 minuut bedragen. Plotselinge watertoevoer kan leiden tot het weglopen van
water via een veiligheidsklep.
- Open volledig de kap van luchtopening om zeker te zijn van luchtzuivering. Als er lucht is binnen
het watercircuit, gaan de prestaties achteruit, is er lawaai bij de waterslang, mechanische
schade aan het oppervlakte van de elektrische verhittersspoel.
- Open zowel het ventilatierooster in de waterpijp als het ventilatierooster in de pomp.
Stap 4. Stop de watertoevoer wanneer de druk die zich in de afstandsbediening bevindt een vooraf
ingestelde waarde aangeeft.
Stap 5. Sluit afvoerklep en vulklep. Wacht vervolgens 20~30 seconden om te zien dat de waterdruk zich
stabiliseert.
Stap 6. Als de volgende condities bevredigend zijn, gaat u naar naar stap 7(Isolatie van de slang). Anders
gaat u naar stap 3.
- De druk in de afstandsbediening geeft de vooraf ingestelde waarde aan. Bemerk dat de
druk soms lager wordt na stap 5 op grond van het laden van water binnen het expansievat.
- Men hoort het zuiveren van lucht niet en er komt geen waterdruppels uit het luchtgat.
LET OP
!
Houd de ventilatieopening van de waterleiding open en houd de ventilatieopening van de
pomp gesloten. Anders kan de pomp lawaai maken.
Isolatie van de slang
Doel van isolatie van de slang is :
- Om hitterverlies te voorkomen naar de
externe omgeving
- Om te voorkomen dat dauw wordt geproduceerd
aan het oppervlak van de slang bij koelwerking
- Aanbevelingen voor minimum isolatiedikte
garanderen correcte werking van het product,
maar lokale wetgeving kan verschillen en
moet opgevolgd worden.
Water uit
Water in
Lengte van
waterleiding (m)
<20
20~30
30~40
40~50
* λ = 0.04 W/mk
(Thermische geleidbaarheid van buisisolatie.)
Minimum isolatiedikte
(mm)
20
30
40
50