INSTALLATIE VAN EENHEID BINNEN
44
INSTALLATIE VAN EENHEID BINNEN
De eenheid binnen van de
waterslangcyclus onder de grond en de koelvloeistofslang van de eenheid buiten tegelijkertijd
toegankelijk zijn. In dit hoofdstuk worden condities voor de installatieplek beschreven. Verder
worden ook overwegingen bij het installeren van accessoires van derden beschreven.
Condities waarbij eenheid binnen geinstalleerd is
Er zijn specifieke omstandigheden vereist aangaande de installatieplaats zoals service-ruimte,
condensafvoer, lengte en hoogte van de waterleiding, het totale volume van het water,
aanpassen van het expansievat en de waterkwaliteit.
Algemene beschouwingen
Men moet rekening houden met de volgende dingen voordat men de eenheid binnen installeert.
- De installatieplek dient vrij te zijn van weercondities buiten, zoals regen, sneeuw, wind, vorst et
cetera.
- Kies een plek die waterbestendig is of waarbij de afwatering goed is.
- Men dient voor voldoende ruimte te zorgen om service te verlenen.
- Plaats geen ontvlambare materialen rond de eenheid binnen.
- Men kan niet voorkomen dat muizen de eenheid binnen ingaan of draden aanvallen.
- Zet niets voor de eenheid binnen om te zorgen dat de luchtcirculatie rond de eenheid binnen
goed verloopt.
- Zet niets onder de eenheid binnen om vrij te zijn van onverwacht water dat wegstroomt.
- Als de waterdruk hoger is dan 3 bar of de tankdruk neemt toe tot 10 bar, moet de waterafvoer
behandeld worden als het water door de veiligheidsklep afgevoerd wordt.
WAARSCHUWING
!
Blokkeer de ontluchtignsopeningen aan de achterkant van de unit niet!
LET OP
!
Het apparaat mag niet onder een leiding worden geïnstalleerd omdat de kans op
condensvorming aanwezig is. Binnendringen van watercondensaat kan storingen in het
gebruik veroorzaken.
OPMERKING
De installatielocatie van de binnenunit moet droog zijn en binnen het temperatuurbereik +10
°C en 40 C148, gedurende een korte periode (maximaal 24 uur) tevens tot 55 °C.
wordt binnen geïnstalleerd waarbij het eindpunt van de