5.1
Configuratie van de zonbeveiligingsfunctie
De hier beschreven configuratie van de controlerende functie van zon 1 is ook van
toepassing op de controle functie van zon 2 en zont 3. Na ontvangst van de
geavanceerde configuratie-instellingen voor de functie, verandert de weergave van de
display in het corresponderende, volgende venster.
Afb. config-3:
Staat de cursor op de onderste instelling, kan men door het bedienen van toets
het volgende configuratiescherm afb. Config-4 navigeren.
Afb. config-4:
bevestiging sturen naar de handzender.
Na ontvangst van deze bevestiging wisselt het display naar afb. Config-2, waar meer
configuraties voor andere functies kunnen worden uitgevoerd.
Ontvangt de handzender geen bevestiging, zal de handzender zelfstandig deze actie 2
maal herhalen. Hierna kan eventueel met de toets
SW3D verzonden worden.
5.2
Configuratie van de windbeveiliging
Na ontvangst van de uitgebreide configuratie instellingen verschijnt in het display de
volgende afbeelding:
Afb. Config-5:
Hier worden de huidige instellingen voor de functie "Zon 1"
weergegeven.
Dit zijn de instellingen „drempelwaarde-zon 1" en „groepsbedrijf".
Door met de cursor-toetsen
te navigeren, kan de instelling gewijzigd worden. Voor het
wijzigen van de instelling van de drempelwaarde-zon 1 worden
de cursor-toetsen
De functies „groepsbedrijf C1", „groepsbedrijf C2" en
„groepsbedrijf C3" kunnen met de „OK-toets" gewijzigd worden.
Dit zijn de „inkomvertraging van zon-x" bij overschrijding van de
ingestelde lichtdrempel zon x, en de „afvalvertraging zon-x"
indien de zonintensiteit een waarde van 20 % onder de
ingestelde lichtdrempel bereikt.
Deze tijden kunnen gewijzigd worden zoals hierboven
beschreven.
Om de wijzigingen in afb.config-3 en afb.config-4 naar de SW3D
te zenden, toets
indrukken.
Nadat de instellingen zijn opgeslagen zal de SW3D een
8
en
naar de actuele instelling
en
alsook (-) en (+) gebruikt.
de wijziging nogmaals naar de
naar